This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Welkom! Ruim je telefoon op!
Neem NIET deel!
Klaar? Voorbereiden.
Examensite.
Woensdag laatste les, neem je vragen mee!
Slide 1 - Slide
Uitleg toets Water
Deze toets bestaat uit meerkeuzevragen, sleepvragen en open vragen.
Antwoord bij de open vragen duidelijk in korte zinnen.
Succes!
Slide 2 - Slide
Hoeveel % van al het water op aarde is zoet water
A
3%
B
30%
C
70%
D
97%
Slide 3 - Quiz
Hier halen we in Nederland ons drinkwater uit:
A
oppervlaktewater en duinwater
B
ijskappen en zeewater
C
alleen zeewater
D
alleen zoet oppervlaktewater
Slide 4 - Quiz
Kunstmatige afwatering is veel minder vaak nodig in de provincie Limburg dan in Zuid-Holland
A
Dat klopt
B
Dat klopt niet
Slide 5 - Quiz
Water verdampt uit zee, stijgt op, koelt af, condenseert, vormt een wolk en valt als neerslag boven land. Hier is sprake van:
A
grondwater
B
korte waterkringloop
C
cirkel-irrigatie
D
lange waterkringloop
Slide 6 - Quiz
Welk woord past het best bij delta?
A
bron
B
waterkringloop
C
meanderen
D
monding
Slide 7 - Quiz
Welke hoofdtaak van de waterschappen zie je op de foto?
A
zorgen voor goede waterkwantiteit
B
zorgen voor goede waterkwaliteit
C
zorgen voor goede waterkeringen
D
rivieren bevaarbaar houden
Slide 8 - Quiz
Welke hoofdtaak van de waterschappen zie je op de foto?
A
zorgen voor goede waterkwantiteit
B
zorgen voor goede waterkwaliteit
C
zorgen voor goede waterkeringen
D
rivieren bevaarbaar houden
Slide 9 - Quiz
In dit deel van de rivier stroomt het water het snelste
A
bovenloop
B
middenloop
C
benedenloop
D
binnenbocht
Slide 10 - Quiz
Wat is het regiem van een rivier?
A
Hoeveel water er door een rivier stroomt
B
Een ander woord voor debiet
C
De wisselingen in water in een rivier in een jaar
D
De stroomsnelheid van een rivier
Slide 11 - Quiz
Door deze oorzaken moeten Nederlandse rivieren steeds meer water afvoeren
A
bebouwing en klimaatverandering
B
het kappen van bossen
C
alleen klimaatverandering
D
watersnoodramp
Slide 12 - Quiz
Als de vraag naar water groter is dan de aanvoer van schoon water, spreken we van..
A
waterschaarste
B
watertekort
C
waterschaarste en watertekort zijn allebei goed
D
waterschaarste en watertekort zijn allebei fout
Slide 13 - Quiz
Wat is GEEN oorzaak van waterschaarste?
A
bevolkingsgroei
B
klimaatverandering
C
watertransport
D
verstoring van de natuur
Slide 14 - Quiz
Sleep de begrippen naar de goede plek in de tekening
verdampen
condenseren
grondwater
neerslag
zout water
zoet water
infiltratie
rivier
Slide 15 - Drag question
Stuwdammen brengen veel voordelen. Noem een nadeel.
Slide 16 - Open question
Sleep de oplossingen om de rivier de ruimte te geven op de juiste plaats
Dijkverhoging
Dijkverlegging
Nevengeul
Uiterwaardverlaging
Kribverlaging
Slide 17 - Drag question
Noem drie manieren waarop water Nederland binnen kan komen.
Slide 18 - Open question
Leg uit waarom uiterwaardafgraving leidt tot een betere bescherming tegen een overstromende rivier?
Slide 19 - Open question
Ieder van ons is verantwoordelijk voor heel veel waterverbruik in China. Legt duidelijk uit hoe dat komt.
Slide 20 - Open question
Hoe heet het plan dat men na 1953 is gaan uitvoeren om Nederland te beschermen?
Slide 21 - Open question
Leg uit hoe de zandmotor werkt. Gebruik het begrip sedimentatie in je antwoord.
Slide 22 - Open question
Het gebruik van waterverspillende irrigatie heeft een bijkomend probleem bij hogere temperaturen. Hoe heet dat probleem?
Slide 23 - Open question
Verzilting leidt tot slechtere oogsten. Leg uit hoe verzilting werkt.
Slide 24 - Open question
Saar zegt: "Je kunt afvalwater beter gebruiken als proceswater dan als drinkwater." Dat klopt. Leg uit waarom dat zo is.
Slide 25 - Open question
De Drieklovendam heeft voor veel narigheid gezorgd in China. Er zijn echter ook voordelen te noemen. Noem drie voordelen van de Drieklovendam in China.
Slide 26 - Open question
Beschrijf de kleine waterkringloop
Slide 27 - Open question
Waarom is het juist voor Nederland van belang dat we de uitstoot van CO2 zoveel mogelijk beperken? Gebruik in je antwoord de term: versterkt-broeikaseffect. Let op, je antwoord moet wel met water te maken hebben.
Slide 28 - Open question
Welke drie soorten rivieren heb je? Noem ze alle drie.