voorbereiding CE 2F, les 3

Nederlands examenles 3
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands examenles 3

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Aanwezigheid + boekencheck
Terugkoppeling oefenexamen
Interactieve theorie

Zelfstandig verder werken + vrij lezen

Slide 2 - Slide

Lesdoelen: 
ik weet en kan toepassen:

de verschillende soorten tekstdoelen en tekstsoorten 
vier leesstrategieën 
tekstindeling en samenhang 

Slide 3 - Slide

Wat is het tekstdoel van...

een handleiding?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 4 - Quiz

Wat is het tekstdoel van...

een cabaretstuk?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 5 - Quiz

Wat is het tekstdoel van...

een ingezonden brief?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 6 - Quiz

Sleep de tekstdoelen naar het juiste plaatje
Informeren
Instrueren
Overtuigen
Amuseren

Slide 7 - Drag question

Leesstrategieën
Bespreek met je buurman/buurvrouw in 30 seconden, welke vier leesstrategieën kennen we?

Slide 8 - Slide

Leesstrategieën
Je kunt een tekst op verschillende manieren lezen. Dat ligt aan het doel waarmee je leest. Er zijn verschillende leesstrategieën:

  • Verkennend lezen
  • Globaal lezen
  • Zoekend lezen
  • Intensief lezen

Slide 9 - Slide

verkennend lezen 
Als je een tekst verkennend leest, bekijk je de tekst om snel te bepalen wat de tekstsoort en het onderwerp van de tekst zijn.


Na verkennend lezen kun je voorspellen wat er in de tekst aan bod komt.


Slide 10 - Slide

globaal lezen 
Als je een tekst globaal leest, lees je delen van de tekst die je het meest vertellen over de inhoud van de tekst.
In grote lijnen.
De volgende onderdelen vertellen het meest over de inhoud:
  • de inleiding 
  • de eerste en laatste zin van elke alinea. 


Slide 11 - Slide

zoekend lezen 
Stappenplan
1. Ga na welke informatie je nodig hebt
2. Lees de tekst verkennend (tekstsoort en onderwerp)
3. Zoek de informatie die je nodig hebt op in de tekst (tussenkopjes, tabellen, diagrammen)
4. Lees het stukje tekst waarin de informatie staat intensief

Slide 12 - Slide

intensief lezen 
Als je een tekst volledig moet of wilt begrijpen, moet je de tekst intensief lezen.
Dit houdt in dat je nauwkeurig leest.
Dit doe je als je bijvoorbeeld een werkstuk moet maken of een tekst voor een examen leest.
Je weet dan wat de hoofdgedachte van een tekst is.

Slide 13 - Slide

Wat is de hoofdgedachte?

Slide 14 - Open question

Welke leesstrategie?
Je krijgt een werkblad met vier leesstrategieën.
Overleg met elkaar waar de kaartjes horen. 

Slide 15 - Slide

Wanneer je snel wil vaststellen of een tekst bruikbaar is, dan lees je:
A
verkennend
B
globaal
C
zoekend
D
intensief

Slide 16 - Quiz

Wanneer je de tekst goed wil begrijpen, dan lees je:
A
verkennend
B
globaal
C
zoekend
D
intensief

Slide 17 - Quiz

Wanneer je zoekt naar bruikbare informatie, dan lees je:
A
verkennend
B
globaal
C
zoekend
D
intensief

Slide 18 - Quiz

Aan de slag met Examensprint

Slide 19 - Slide

En nu...
Zelfstandig verder werken:

  • Theorie doorlezen van Lezen 2.3, 3.1, 3.2
  • Oefentoetsen maken van betreffende hoofdstukken
  • Oefening maken in Examensprint
  • Vragen stellen over lesstof

Slide 20 - Slide