8.1 draaiende voorwerpen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

8.1 Draaiende voorwerpen

havo 5 - natuurkunde overal

Na deze paragraaf kun je:

• krachten samenstellen tot één resultante
• uitleggen waarom voorwerpen gaan draaien
• uitleggen wat een moment van een kracht is
• momenten berekenen 

H3 - krachten

Hoofdstuk 3: voorkennis

Bij een voorwerp in rust geldt:

In deze situatie geldt Fn = Fz

F​res​​=0

H3 - krachten

Bij een voorwerp in beweging geldt:

Het voorwerp zal gaan versnellen volgens

F​res​​≠0

F​res​​=m⋅a

H3 - krachten optellen

Zwaartepunt, stabiel en labiel evenwicht

In hoofdstuk 8 is het 

aangrijpingspunt en de

werklijnen van de kracht

wel belangrijk!

Hefbomen en moment

Hefboom: een voorwerp dat kan draaien

Moment van de kracht: hoe graag een voorwerp wil draaien

M = moment (Nm)

F  = kracht (N)

r   = arm (m)

M=F⋅r

de eenheid Newtonmeter wordt ook gebruikt bij arbeid.

Arbeid en moment mag je NIET met elkaar verwarren!

Je houd een stok met lengte l aan de linkerkant vast. Hier zie je in vier situaties steeds dezelfde massa aan de stok hangen. De massa van de stok mag je verwaarlozen. De gemakkelijkste manier van vasthouden geef je nr 1, de moeilijkste nr 4. 

1

2

3

4

Meten, meten, rekenen

- hoe meet je de arm?

- schaalrekenen krachtpijlen

- schaalrekenen armen 

Hoe bepaal je de arm?

Oefenen

Opgaven: 

6, 8, 9, 13, 14