4bb - Lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 2

Lezen

Ga zitten op je plaats

Pak je spullen

stil lezen 

(nos, boek, artikel etc.)

Wat gaan we 

vandaag doen?

• Gezamenlijk (kort) de lesstof van deze week herhalen.
  
  
• Zelfstandig aan het werk met de opdrachten uit de weekplanning.
  
  
• Nog een reden geven blabla bla

De vorige les:

Hebben wij geleerd: 

• Wat samenstellingen zijn.
  
  
• Wat voor- en achtervoegsels zijn.
  
  
• Tegenstellingen besproken.

Dit kan/ken ik aan het einde van deze les:

• Ik ken tegenstellingen
  
  
• Ik ken synoniemen
  
  
• Ik kan de betekenis van onbekende woorden vinden.

Een onbekend woord vinden.

Stel je voor: Je kent de betekenis van het woord verzendkosten niet. Maar je wil weten wat het woord betekent. Hoe zou jij dit aanpakken?

Let op:

(de batterij van je telefoon is leeg, en je bent op het platteland dus 4g werkt niet.)

Dit zijn samenstellingen

Woorden kunnen samengesteld zijn 

uit twee woorden. 

Bijvoorbeeld prijsverhoging. Je kent het woord prijs en het woord verhoging.

Prijsverhoging betekent dat de prijs omhoog gaat. 

Dit zijn Tegenstellingen

Woorden kunnen samengesteld zijn 

uit twee woorden. 

Bijvoorbeeld prijsverhoging. Je kent het woord prijs en het woord verhoging.

Prijsverhoging betekent dat de prijs omhoog gaat. 

Woordenschat:

• Benoem een synoniem voor Docent
  

• Wat is een tegenstelling voor rechts
  

• Wat betekent Woordenschat. 
  

'Citeren'.

Citeren

En de docent sprak zachtjes: 'Stil nu, anders moet je strafwerk maken.'

Aan de slag met:

• H4, woordenschat: alle opdrachten
• H5, woordenschat opdr. 1 t/m 4

Hoe? Per boek

Vragen:

Ik loop door het lokaal om je vraag te beantwoorden. Ik kom vanzelf bij je 

langs.

Wat te doen als je klaar bent:

• Extra opdrachten weektaak

Voor hoe lang?

Groen: Overleggen met je klasgenoten mag. Heb je vragen? Wacht op de docent, of vraag je klasgenoot.

Oranje: We werken op fluisterniveau, vragen? Wacht op de docent.

Rood: We zijn stil aan het werk. Je vragen mag je op een later moment stellen.

Na vandaag:

• Kan je één ding opnoemen die je vandaag hebt geleerd?

• Kun je woordbetekenissen opzoeken op verschillende manieren.

De volgende les:

Woorden kunnen samengesteld zijn 

uit twee woorden. 

Bijvoorbeeld prijsverhoging. Je kent het woord prijs en het woord verhoging.

Prijsverhoging betekent dat de prijs omhoog gaat. 

Ik begrijp goed wat samenstellingen/tegenstellingen zijn.

😒🙁😐🙂😃