Periode 4 - week 19 - H.3 Lezen

Welkom! 

Nederlands
periode 4
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom! 

Nederlands
periode 4

Slide 1 - Slide

Donderdag 18 november

     



  • AGENDA - Huiswerk woensdag 24-11, 5e uur
  --> maken: H. 2.6-Schrijven, blz. 78, schrijftaak
  --> nakijken: opdr. 7, 9, 10, blz. 76


       


-Schrift, pen
-Lesboek
-Chromebook 


PAK JE

Slide 2 - Slide

Donderdag 18 november

     



  • AGENDA - Huiswerk woensdag 24-11, 5e uur
  --> maken: H. 2.6-Schrijven, blz. 78, schrijftaak
  --> nakijken: opdr. 7, 9, 10, blz. 76


       
Nakijken: H.3.2 Lezen, p. 100, opdr. 1, 3, 4 
Maken: H.3.2 Lezen, p. 100, opdr. 5, 6, 7
SCHRIJF IN JE AGENDA
Huiswerk vrijdag 13-5, 4e uur:
woe. 25 mei
Inleveren instructiefilmpje!

Slide 3 - Slide

Woensdag 11 mei

Wat gaan we doen?    

  • Theorie H.3-Lezen, blz. 102
  • Quizje
  • Werktijd
  • Kahoot?

       

Slide 4 - Slide

Aan het einde van de les...


ken je de theorie rondom hoofdgedachte en onderwerp
en heb je met de theorie geoefend door de vragen uit het boek te maken

Slide 5 - Slide

Een tekst gaat altijd ergens over!
    
Dit noem je het onderwerp van de tekst.

Bijvoorbeeld: vriendschap, liefde, surfen, klimaatverandering

Slide 6 - Slide

Onderwerp tekst
  • Schrijf je vaak in één of een paar woorden op (geen werkwoorden!) 

Slide 7 - Slide

Zo vind je het onderwerp van een tekst:
- kijk naar de titel
- kijk naar de illustraties (plaatjes)
- kijk naar eventuele tussenkopjes
- let op anders gedrukte woorden
- lees de eerste alinea



Als je dit doet, dan gebruik je de strategie: oriënterend lezen. Daarna schrijf je in 1 of een paar woorden op waar de tekst over gaat! 

Slide 8 - Slide

Onderwerp tekst

  • Schrijf je in één of een paar woorden op.

Goed: Klimaatverandering in Nederland
Fout: Het klimaat in Nederland verandert

Slide 9 - Slide

1

Slide 10 - Video

Theorie (hoofdgedachte)
Hoofdgedachte: 
het belangrijkste wat de schrijver  OVER HET ONDERWERP zegt.

Zo vind je een hoofdgedachte:
1. Onderwerp vaststellen,
2. Wat is het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp         zegt? Antwoord in één zin. 


Slide 11 - Slide

Theorie (hoofdgedachte)
Hoe kan de hoofdgedachte in de tekst staan?
Optie 1   
Samenvatting in de inleiding of in het slot.
Optie 2
Inleiding = vraag, slot = antwoord.
Optie 3  
Inleiding = mening, slot = conclusie. 

Slide 12 - Slide




Een quizje 
met 
            4 
       vragen
   


Oefenen!

Slide 13 - Slide

Hoe schrijf je het onderwerp op?
A
Een volledige zin
B
Eén of een paar woorden
C
Een werkwoord
D
Slechts één woord

Slide 14 - Quiz

Hoe schrijf je de hoofdgedachte op?
A
Een volledige zin
B
Eén of een paar woorden
C
Een werkwoord
D
Slechts één woord

Slide 15 - Quiz

Waar zoek je in een tekst de hoofdgedachte?
A
Titel
B
Inleiding
C
Kern
D
Slot

Slide 16 - Quiz

Al snel verschenen er allerlei video's op sociale media waarin tieners vertellen dat ze zich hebben aangemeld voor de rally, maar om de een of andere reden 'helaas' niet kunnen gaan. 'Ik heb me geregistreerd maar ik kan niet gaan, want ik moet mijn gekko uitlaten die dag,' aldus een sarcastische TikTok-gebruiker. 'Wat verschrikkelijk, want als meer mensen dit zouden doen dan zijn er heel veel lege plekken.'

Vraag) Sleep het groene blokje naar een signaalwoord voor tegenstelling. Het is mogelijk dat er meerdere signaalwoorden voor tegenstelling in de tekst staan, maar je hoeft het blokje maar naar 1 te slepen. 

Slide 17 - Drag question

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Aan de slag 

LEZEN: H. 3.2, tekst 1, p. 100 - 'Volksvermaak...'
MAKEN: opdr. 5, 6, 7

 Wat?


Met wie?

Hulp?

Klaar?



Zelfstandig, in stilte
 Steek je vinger op
- Kahoot over de theorie van de hoofdstukken       1, 2, 3-Lezen
- Werken aan je Instructiefilmpje
timer
20:00

Slide 18 - Slide