Clase 4 a3d/a3c- H1

Buenos días
Clase 4
1 / 25
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Buenos días
Clase 4

Slide 1 - Slide

Los objetivos de la clase:
- Aan het eind van de les kan jij uitleggen wat wederkerende werkwoorden zijn. 
- Aan het eind van de les ken je het vocabulaire 1.1 & 1.2
- Aan het eind van de les weet jij wat er van je verwacht wordt tijdens het SO
- Aan het eind van de les ken je de frases clave.
- Aan het eind van de les kan je uitleggen wanneer de presente perfecto gebruikt wordt.

Slide 2 - Slide

La planificación:
- Diez minutos: La introducción
- Doce minutos: ¿Qué hemos aprendido? (los deberes)
- Diez minutos: Las frases clave
- Quince minutos: Vocabulario 1.1/1.2.
- Quince minutos: Presente perfecto.
- Diez minutos: evaluación/deberes

Slide 3 - Slide

Wat gebeurt er in Spanje of Latijns-Amerika?

Slide 4 - Slide

¿Qué hemos aprendido?
1) controlar si habéis hecho los ejercicios 
           - Los verbos reflexivos
           - ej. 10a


Slide 5 - Slide

Bij de vervoeging van een wederkerend werkwoord heb je altijd me/te/se/nos/os/se nodig.
A
verdadero
B
falso

Slide 6 - Quiz

Een wederkerend werkwoord eindigt in het Spaans altijd op -se
A
verdadero
B
falso

Slide 7 - Quiz

Wederkerende werkwoorden:
Wat doe je met "SE"
A
Niks
B
Vervoegen en achter het vervoegde ww zetten
C
Vervoegen en voor het vervoegde ww zetten
D
Die mag je weg laten

Slide 8 - Quiz

Wat is GEEN wederkerend werkwoord?
A
aburrirse
B
levantarse
C
bailar
D
bañarse

Slide 9 - Quiz

In welke zin wordt een wederkerend werkwoord gebruikt?

A
A las 8 de la mañana desayuno
B
A las 7 de la mañana me levanto
C
A las 4 de la tarde voy a casa en bicicleta

Slide 10 - Quiz

Wederkerende werkwoorden:
Vervoeg lavarse in zij, meervoud (ellos)
A
Se lavan
B
Nos lavamos
C
Ses lavan
D
Se lava

Slide 11 - Quiz

Wederkerende werkwoorden:
Vervoeg vestirse in de ellos-vorm
A
se viste
B
visten
C
se visten
D
les visten

Slide 12 - Quiz

Welk werkwoord is een wederkerend werkwoord?
A
he trabajado
B
estoy cantando
C
afeitarse
D
hablar

Slide 13 - Quiz

Kies de juiste vorm van het wederkerende werkwoord:
Ella .............. Sara.
A
llama
B
se llamas
C
se llama

Slide 14 - Quiz

Los verbos reflexivos
1) Maak de onderstaande opdracht, maak gebruik van nr. 24 op pagina 104 in je TB.

1. se corta
2. se viste
3. x
4. te acuestas
5. se viste
6. se afeita
7. nos peinamos
8. os acostáis

Slide 15 - Slide

Wat betekent GUSTAR?
A
lezen
B
werken
C
leuk vinden
D
eten

Slide 16 - Quiz

Wat bepaalt de uitgang van gustar?

A
de meewerkend vw: me, te, le, nos, os, les
B
of het mannelijk of vrouwelijk is.
C
zelfstandig nw achter het ww

Slide 17 - Quiz

De voornaamwoorden bij gustar zijn:
A
me, te, se, nos os, se
B
me, te, lo, la, nos, os los, las
C
me, te, le, nos ,os, les
D
mi, tu, su, nos ,os, su

Slide 18 - Quiz

Las frases clave:
1) Lees de frases clave voor jezelf door op p. 10 (bron E) van je TB.
2) Maak opdracht 16C op p. 21 van je WB (maak gebruik van de woordenlijsten op p. 44 van je WB)
3) SCHRIJF het gesprek van opdracht 16D in je schrift (doe dit zelfstandig)


timer
10:00

Slide 19 - Slide

El vocabulario
1. Ga op je laptop naar Blooket.com
2. We gaan vocabulario 1.1 en 1.2 oefenen.

We doen dit 5 minuten

Slide 20 - Slide

Presente perfecto

Slide 21 - Slide

Presente perfecto
Cuándo usamos el pretérito perfecto?

- We gebruiken dit wanneer de handeling is 
afgelopen maar de tijd waarin dit is gebeurd nog
niet klaar is. 

ejemplo: 
- Hoy he comido
- Esta semana hemos hablado con Juan.

Slide 22 - Slide

A trabajar!
1) Oefen met de presente perfecto, maak gebruik van p. 100 van je TB
2) Maak opdracht 13CD in je WB op p.18/19
3) Dit is huiswerk!



Eerder klaar? Oefen de ww: hablar, comer, beber, vivir, escribir, tener, ser, estar in de presente + presente perfecto

Slide 23 - Slide

Diagnostische toets
- Komende dinsdag beginnen we met een diagnostische toets, dit zal lijken op een SO alleen telt deze NIET mee. 
- Deze toets doen we om te kijken hoe jij ervoor staat, wat gaat goed en waar kunnen wij in de lessen nog meer tijd aan besteden. 

Leer voor deze toets het volgende:
• SO
• vocab 1.1 & 1.2 (beide richtingen)
• Frases clave bron E (TB p.10), leer in beide richtingen
• Bron D Presente perfecto + TB p.100 nr 18
 

Slide 24 - Slide

Los deberes
Estudiar:
• SO
• vocab 1.1 & 1.2 (beide richtingen)
• Frases clave bron E (TB p.10), leer in beide richtingen
• Bron D Presente perfecto + TB p.100 nr 18
 
Hacer:
• WB oef 13cd 

Slide 25 - Slide