De Fascinerende Wereld van de Regendaas

• Biologie
• Praktijkonderwijs
• Basisschool
• Leerjaar 1-3

De Fascinerende Wereld van de Regendaas

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je beschrijven wat een regendaas is, hoe het steekt en waar het voorkomt.

Wat weet je al over regendaas?

www.npostart.nl

Wat is een regendaas?

Een regendaas is een soort vliegende insect dat behoort tot de familie Tabanidae.

Hoe steekt een regendaas?

De regendaas steekt met zijn scherpe monddelen om bloed te zuigen.

Nederlandse naam

De Nederlandse naam voor regendaas is taon.

Waar komt de taon het meest voor?

De taon komt vooral voor in landelijke gebieden, zoals bossen en weilanden.

Wat te doen bij een beet?

Als je gebeten wordt door een taon, was de beet dan met water en zeep en breng een koud kompres aan om de zwelling te verminderen.

Wat leven ze van?

Taons leven van het bloed van mensen en dieren.

Kunnen ze je achtervolgen?

Taons kunnen actief achtervolgen en zijn in staat om tot wel 30 km per uur te vliegen.

Steken en Prikken - ZAPP

Gebruik het programma 'Steken en Prikken' van ZAPP om meer te leren over verschillende insectenbeten en hoe je ze kunt behandelen.

Kan de regendaas druppels ontwijken?

Ja, regendaas kan druppels ontwijken door snel te bewegen en zijn vleugels te gebruiken.

Hoeveel verschillende soorten dazen zijn er?

Er zijn meer dan 4.500 verschillende soorten dazen bekend.

Samenvatting

Een regendaas is een vliegend insect dat bloed zuigt door te steken. Het komt vooral voor in landelijke gebieden. Als je wordt gebeten, was de beet dan met water en zeep. Taons kunnen je achtervolgen en er zijn duizenden verschillende soorten dazen.

Vragen

Wat heb je geleerd over regendaas?

Interactieve activiteit

Laat de leerlingen een tekening maken van een regendaas en label de belangrijkste kenmerken.

Reflectie

Schrijf in je schrift drie interessante feiten die je hebt geleerd over regendaas.

Bronvermelding

Zorg ervoor dat je bij het gebruik van informatie uit externe bronnen de juiste bronvermelding geeft.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.