Past Simple: Questions and negations 2vwo 2023

Chapter 1Past Simple  in questions and negations
Je leert in Chapter 1 over de 'gewone' verleden tijd, iets dat je bijvoorbeeld gisteren deed: I played some computer games yesterday/I read a really good story last night.
Deze zinnen moet je kunnen maken maar ook in vraagvorm of in ontkenning: Did I play some..../I didn't play .... en Did I read a really.../I didn't read a really....
Hoe doe je dat correct? Ga verder:
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Chapter 1Past Simple  in questions and negations
Je leert in Chapter 1 over de 'gewone' verleden tijd, iets dat je bijvoorbeeld gisteren deed: I played some computer games yesterday/I read a really good story last night.
Deze zinnen moet je kunnen maken maar ook in vraagvorm of in ontkenning: Did I play some..../I didn't play .... en Did I read a really.../I didn't read a really....
Hoe doe je dat correct? Ga verder:

Slide 1 - Slide

Let's first go over the rules again
Je gaat uit van het 1e werkwoord in de zin. Dit werkwoord kun in twee groepen verdelen. Het is belangrijk dat je straks weet in welke van de twee groepen het werkwoord thuishoort om te weten hoe je dat vraag of ontkenning maakt want ze gaan dus volgens hun eigen regels. Dit geldt voor tegenwoordige tijd, verleden tijd en toekomende tijd.
We noemen dit Rule 1 (group 1) of Rule 2 (group 2)

Slide 2 - Slide

Groep 1: alle vormen van to be en alle hulpwerkwoorden (modal verbs: can, may, might, must should, would. could) + to have got = rule 1
Dus ook deze werkwoorden in de Past Simple

Vragen: Zet deze vorm van aan het begin van de vraagzin.
You were looking great. -> Were you looking great?
I could reveal the secret-> Could I reveal the secret?
Ontkenningen: het woordje 'not' volgt na deze vorm: We should not/shouldn't take this opportunity.
In het Nederlands doe je dit ook zo. 

Slide 3 - Slide

vormen van to be
Present Simple: am, are, is. Is he the new President?
Past Simple: was, were. Was he the new President?
Future: will. Will he be the new President

De dikgedrukte tijd heb je dus nodig voor de grammatica van hoofdstuk 1!

Slide 4 - Slide

Alle overige werkwoorden gaan volgens rule 2=group 2 = 99% v.d. werkwoorden
In de Past Simple: 
Vraag: Als er alleen een hoofdwerkwoord in de zin staat, zet je DID vooraan in de zin.  Na DID volgt het hele werkwoord zonder 'to'.
He hurried to school- Did he hurry to school?
They influenced my decision ->-Did they influence my decision?
Kijk goed naar de vorm van het werkwoord na DID!!

Slide 5 - Slide

Rule 2 Ontkenningen
Bij ontkenning in Groep 2/Rule 2 volgt na DID het woordje 'NOT".

He did not break into school last weekend.
They didn't go on a date last Friday.
She didn't grow up in Belgium.

je kunt het ook verkort schrijven: didn't.

Slide 6 - Slide

Hoe vraag je of James een auto kocht?

Slide 7 - Open question

Hoe vraag je of Kelly een boek verloor?

Slide 8 - Open question

Hoe zeg je dat de zee niet warm was?

Slide 9 - Open question

Hoe zeg je dat Amy niet praatte over haar broer?

Slide 10 - Open question

Hoe zeg je dat je niet op vakantie naar Italië ging?

Slide 11 - Open question

My aunt was always very welcoming? Maak hiervan een vraag.

Slide 12 - Open question

My little sister whined a lot yesterday.
Maak hiervan een vraag.

Slide 13 - Open question

He had a great career as a novelist.
Maak een ontkenning

Slide 14 - Open question

How did you do? 
This is something you just have to practise a lot!! Tot het kwartje valt. 
Probeer van gewone zinnen (bevestigende zinnen), in de verleden tijd, vragen en ontkenningen te maken. Ik wil het voor je nakijken als je wilt. Schrijf de zinnen in je schrift.

Slide 15 - Slide

You got this!

Slide 16 - Slide