tekstverbanden, signaalwoorden en kritisch lezen
1 / 13
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
0
Slide 3 - Video
Wat doe je als je kritisch leest?
A
De hele tekst lezen, zodat je weet wat erin staat.
B
Je zoekt iets specifieks op in de tekst.
C
Je kijkt hoe betrouwbaar de tekst is.
D
Je vormt een mening over de inhoud van dede tekst.
Slide 4 - Quiz
Hoe betrouwbaar is de tekst? Waarom?
Slide 5 - Mind map
In alinea 4 zie je het woord terwijl. Welk tekstverband hoort bij dit signaalwoord?
A
opsommend
B
chronologisch (tijd)
C
redengevend
D
voorwaarde
Slide 6 - Quiz
In de laatste alinea zie je het woord 'zo'. Welk verband geeft dit signaalwoord?
A
oorzaak-gevolg
B
chronologisch (tijd)
C
voorbeeld
D
redengevend
Slide 7 - Quiz
Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
timer
0:03
Slide 8 - Open question
timer
1:00
Welke signaalwoorden ken je bij een opsommend verband?
Slide 9 - Mind map
Slide 10 - Slide
Samenvatting van de tekst in 1 zin.
Een tekst kun je in logische stukken indelen. Een stuk dat bij mekaar hoort, heet een ...
Een beschrijving van 1 woord/ een paar woorden waar de tekst over gaat.
Het onderwerp van een alinea
Overtuigen, amuseren, informeren
globaal, zoekend, precies lezen
Hoofdgedachte
Alinea
onderwerp
deelonderwerp
Tekstdoelen
Leesstrategieën
