Module C2 Shock

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 3

SHOCK

Module C2

Lesprogramma

• Presentatie Shock 
• Opdracht klinisch redeneren 

Leerdoelen

• Je herkent de 4 vier vormen van shock en van elk twee voorbeelden geven.
• Je herkent de volgorde van verschijnselen en je verklaart waarom ze in die volgorde optreden.
  
• Je beschrijft wat irreversibele shock is.
  
• Je legt uit wat MOF inhoudt.
  

Inleiding

De circulatie dient er voor om:

• Op het juiste moment
  
•  De juiste hoeveelheid bloed
  
•  In de juiste samenstelling
  
•  Op de juiste plaats te brengen

Het lichaam is in staat het bloed te sturen naar die plaatsen waar het op dat moment nodig is.

Oorzaken shock kunnen zijn:

1. Het zien van geesten, uitwendige bloeding, insectensteek.
2. Pinda's, onderkoeling, uitwendige bloeding.
3. Hartfalen, brandwonden, botbreuk.
4. Hitte, koude, ingegroeide teennagel.

Wat is geen oorzaak voor shock

1. Extreem vochtverlies tijdens inspanning.
2. Slecht functioneren van het hart.
3. Heftige schrikreactie.
4. Ernstige diarree in combinatie met braken en koorts.

Shock - indeling

1. Hypovolemische shock
   
2. Cardiogene shock
   
3. Distributieve shock
   
4. Obstructieve shock
   

Iedere vorm van shock is een reactie van het lichaam op een levensbedreigende situatie, ongeacht de soort shock.

1. Waar
2. Niet waar

Hypovolemische shock

Tekort aan circulerend volume

Symptomen hypovolemische shock

• Lage bloeddruk (hypotensie)
• Snelle, zwakke pols (tachycardie)
• Koude, klamme huid
• Verhoogde ademhalingsfrequentie (tachypneu)
• Vertraagde capillaire refill (>2 seconden)
• Verminderde urineproductie (oligurie)

• Verwardheid of sufheid

Geef 2 voorbeelden van een hypovolemische shock?

Oorzaken hypovolemische shock

• Bloedverlies 

        - Trauma 

        - Operatie

        - Inwendige bloeding

• Vochtverlies 

        - Brandwonden

        - Diarree

        - Braken

Gevolgen hypovolemische shock

• Verminderde zuurstofvoorziening aan weefsels
• Orgaanfalen bij aanhoudende hypoperfusie
• Shock kan levensbedreigend zijn zonder snelle interventie

Cardiogene shock

Onvoldoende pompwerking van het hart

Symptomen cardiogene shock

• Lage bloeddruk 
• Zwakke, onregelmatige pols
• Kortademigheid 
• Bleke, klamme huid
• Verhoogde hartfrequentie
• Oedeem - vochtophoping, vaak in benen.
• Verminderde urineproductie

Wat is de oorzaak van een
cardiogene shock?

Oorzaken cardiogene shock

• Acuut myocardinfarct 
• Ernstige hartritmestoornissen
• Cardiomyopathie 
• Ernstige hartklepafwijkingen

Gevolgen cardiogene shock

• Verminderde pompfunctie van het hart
• Verminderde zuurstofafgifte aan weefsels
• Kans op overlijden zonder interventie 

Distributieve shock

Abnormale verdeling van bloed in het lichaam, meestal door vaatverwijding.

Huidverschijnselen bij

een meningococcensepsis.

Symptomen distributieve shock

• Lage bloeddruk 
• Snelle, warme huid (vroeg stadium)
• Verhoogde hartfrequentie 
• Verminderde urineproductie
• Verwardheid of bewustzijnsverlies
• Huiduitslag of roodheid - Anafylaxie

Noem de verschillende soorten distributieve shock

Gevolgen distributieve shock

• Verlies van vaattonus → onvoldoende bloeddruk
• Slechte doorbloeding van organen
• Progressieve verslechtering zonder interventie

Soorten distributieve shock

• Sepsis - Ernstige infectie 

• Anafylaxie - Allergische reactie

• Neurogeen - Ruggenmergletsel

De shock patiënt heeft dorst. Geef je hem wat drinken?

1. Ja
2. Nee

Obstructieve shock

Obstructie in de circulatie

Symptomen obstructieve shock

• Lage bloeddruk
• Snelle hartslag 
• Kortademigheid
• Bleke, klamme huid
• Pijn op de borst 
• Gestuwde halsvenen

Geef 2 voorbeelden van een obstructieve shock?

Oorzaken obstructieve shock

• Longembolie 
• Spanningspneumothorax 
• Harttamponnade 

Gevolgen obstructieve shock

• Mechanische belemmering van bloedstroom
• Verminderde zuurstofvoorziening aan weefsels
• Levensbedreigend zonder snelle medische interventie

Hoe kom je shock op het spoor? (interventies)

De enige manier om shock tijdig op het spoor te komen is:

•  Vitale functies meten:

       AH, saturatie, HF, RR, urineproductie. 

•  Deze waarden relateren aan de ziekte / aandoening /         onderzoek of behandeling van deze patiënt.
  
•  Beantwoord de vraag:

      ’Wat zegt dit allemaal over de toestand van deze patiënt”.
 

Is er mogelijk sprake van een (beginnende) shock?

Interventies

Shock is een levensbedreigende situatie. 

De zorgvrager zal dus naar het ziekenhuis moeten.

• Controles doen
• Arts waarschuwen
• 02 toedienen
• Pijn bestrijden
• Infusen aanleggen
• Niets per os geven, geen SC of IM injecties
• De patiënt niet onnodig laten bewegen
• De patiënt niet laten afkoelen of opwarmen

Waarom probeer je de patiënt niet onnodig te laten bewegen?

Behandeling

• Oorzakelijke aandoening behandelen/genezen
  
• Stoornis in circulatie op te heffen en weefselperfusie te herstellen voordat de shock irreversibel is.
  

Proces

Waar staat MOF voor?

Opdracht:

Klinisch redeneren bij shock

Vorm subgroepen en werk gezamenlijk de opdracht uit. 

Geef elkaar feedback.

Lever opdracht met peer-feedback in op Itslearning.
 

Huiswerk

Bekijk de opdracht week 4 Veilige Zorg, Risicosignalering en handelen bij calamiteiten 

van volgende week op IL.

Werk de eerste opdracht uit.