Mens en Maatschappij 3.2 en 3.3
1 / 22
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Hoe noemen we de tijd van Grieken en Romeinen ook al?
Slide 2 - Open question
Hoe noemen we de mensen die in het Romeinse rijk woonden?
Slide 3 - Open question
Welk volk werd niet overwonnen door het Romeinse rijk?
A
Alle volkenen werden overwonnen.
B
De Germanen
C
De Galliërs
D
De Friezen
Slide 4 - Quiz
De Romeinen namen allerlei dingen van de overwonnen volkeren. Zo ook een maliënkolder, wat is dit?
Slide 5 - Open question
Wat is een voorbeeld van een natuurlijke grens?
A
Een fort
B
Een kasteel
C
Een rivier
D
Een leger
Slide 6 - Quiz
Waar gebruiken mensen een altaar voor in een tempel?
Slide 7 - Open question
Wat waren de Galliërs van de Romeinse keizer?
A
De Galliërs waren zijn onderdanen.
B
De Galliërs waren zijn gevangen.
C
De Galliërs en de Romeinse keizer waren gelijk.
D
De Galliërs en de Romeinse keizer hadden niks met elkaar te maken.
Slide 8 - Quiz
Hoe heet deze tempel?
A
Het Partheo
B
Het Pantheon
C
Het paleis
D
Het Pantan
Slide 9 - Quiz
Leg uit waarom de Romeinen in deze periode godsdienstig tolerant waren. Gebruik in je antwoord: tempel
Slide 10 - Open question
Wat is de limes?
A
Een berg of rivier
B
Een volk buiten het Romeinse rijk
C
Het Romeinse volk
D
De grens van het Romeinse rijk
Slide 11 - Quiz
Wat is hetzelfde als een rijk?
A
Een weg
B
Een gebied
C
Een rivier
D
Een deel van de wereld
Slide 12 - Quiz
Door wie is het christendom ontstaan?
Slide 13 - Open question
Waarom werd het christendom door de Romeinse keizer verboden?
Slide 14 - Open question
Slide 15 - Slide
Welk land zagen we op het vorige plaatje?
Slide 16 - Open question
Welke mensen met welk geloof woonden hier?
Slide 17 - Open question
Dit land was veroverd door......
Slide 18 - Open question
De hoofdstad van dit land is:
Slide 19 - Open question
Jaar 249
Christendom werd verboden.
Jaar 312
Jaar 394
Christendom werd weer toegestaan.
Het christendom mocht het enige geloof zijn in het Romeinse rijk.
Slide 20 - Drag question
Wat is een paus?
A
De leider van het Germaanse rijk.
B
De leider van het Romeinse rijk
C
De leider van vroeger.
D
De hoogste priester van de christelijke kerk.
Slide 21 - Quiz
Wat is een ander woord voor een paus?
A
De bisschop van Rome
B
Jezus Christus
