This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Deze les: verder met grammatica
Heb je je boek erbij?
Slide 1 - Slide
Grammatica samengestelde zin
Deze les:
- herhaal je de theorie over hoofd- en bijzinnen
- leer je hoe je een bijzin kunt vervangen door een zinsdeel.
Slide 2 - Slide
Opd. 18.1
Wat jullie tijdens de bijeenkomst voorstelden, is niet uitvoerbaar.
Bijzin = Wat jullie tijdens de bijeenkomst voorstelden
Vervangen door (bijv.):
Dat is niet uitvoerbaar..
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Wat voor soort bijzin?
Wat jullie tijdens de bijeenkomst voorstelden, is niet uitvoerbaar.
vervangen door:
Dat is niet uitvoerbaar.
ow pv bwb ng
Slide 5 - Slide
Dus de bijzin 'wat jullie tijdens de bijeenkomst voorstelden' is een..
A
meewerkend voorwerp
B
onderwerpszin
C
onderwerp
D
bijvoeglijke bijzin
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Stap voor stap
Uit je boek: pag. 242, opd. 18
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Waar zie je aan dat het een samengestelde zin is? (Opd. 18 zin 2)
A
Er staat een komma in de zin
B
Er staan twee pv's in: heeft + wordt
C
Er staat een betrekkelijk vnw in de zin
Slide 10 - Quiz
Is de zin een onderschikking of nevenschikking? En waarom?
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Slide
Hoofdzin
Bijzin
De wereldberoemde zangeres is altijd gebleven
wie ze voor haar succes was.
Slide 13 - Drag question
Slide 14 - Slide
Vervang de bijzin door een passend zinsdeel. Tip: het zinsdeel komt op een andere plek dan de bijzin.
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Slide
Ontleed de hoofdzin: [De wereldberoemde zangeres is altijd dezelfde gebleven.] Doe het zo: pv = ... ; ow = ... ; etc.
Slide 17 - Open question
Slide 18 - Slide
Benoem de bijzin.
A
lvzin
B
bwbzin
C
gzzin
D
mvzin
Slide 19 - Quiz
Klaar!
Slide 20 - Slide
Nog ééntje oefenen: opd. 18, zin 3. 1) Schrijf de bijzin op. 2) Vervang de bijzin (en schrijf dus een nieuwe hoofdzin op). 3) Ontleed de hoofdzin. 4) benoem de bijzin.
Slide 21 - Open question
Nu zelf!
Bij de zinnen van opd. 26: ontleed de hoofdzin (dus de zin met de vervanging van de bijzin).
Benoem de bijzin.
Maak opd. 26: bijzin opschrijven, vervangen, zin ontleden, bijzin benoemen. (1 en 2 mag je overslaan, die hebben we in de les gedaan).