DEEL 1 Se VOORBEREIDING PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE

PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE
1 / 34
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE

Slide 1 - Slide

Planning
  • Stof herhalen
  • Tips voor de toets
  • Toets voorbereiden

Slide 2 - Slide

Tips voor de toets
  • Leer de begrippen
  • Kijk ook goed naar de diagrammen en afbeeldingen in de bronnen
  • Zorg dat je globaal weet welke politieke partijen er zijn en waar zij zich bevinden in de verschillende dimensies van links en rechts (afbeeldingen in je boek)
  • Oefen met de fases van politieke besluitvorming
  • Leer de leerdoelen
  • Oefen bronvragen
  • Maak de vragen, de test jezelf en de oefentoets

Slide 3 - Slide

Kenmerken maatschappelijk probleem


1.  Veel mensen hebben er last van
2. Hangt samen/gevolg van maatschappelijke veranderingen
3. Verschillende meningen over het oplossen
4. Vraagt om gemeenschappelijke oplossing

Slide 4 - Slide

Wat is GEEN maatschappelijk probleem?
A
Klimaatverandering.
B
Als je werkloos bent.
C
De aanpak van het corona-virus.
D
Een groot tekort aan technisch personeel.

Slide 5 - Quiz

Oplossen maatschappelijk probleem

  1. Actoren hebben waarden en normen die van elkaar verschillen,
  2. Actoren hebben tegengestelde belangen
  3. Er is sprake van collectieve actie-probleem: Mensen willen zich onvoldoende inzetten omdat ze er zelf weinig baat bij hebben of weinig vertrouwen in algemeen belang. 

Slide 6 - Slide

Actoren
Actoren = Individuen, groepen of organisaties die invloed proberen uit te oefenen op de oplossing van een maatschappelijk probleem

Slide 7 - Slide

Wat is een actor?
A
Een acteur in een film.
B
Een persoon die alleen met zichzelf te maken heeft.
C
Iemand die geen keuzes hoeft te maken.
D
Een groep of persoon die te maken heeft met dilemma's en maatschappelijke problemen.

Slide 8 - Quiz

Politiek probleem

Als de politiek zich gaat bemoeien met het maatschappelijk probleem is het een politiek probleem geworden.  Denk bijvoorbeeld aan stikstofcrisis.

  • Politici gaan dan plannen, wetten en regels maken
  • Politici gaan in gesprek met belanghebbenden (boeren, belangengroepen)
  • Door informatiecampagnes kunnen mensen bewust gemaakt worden/ geïnformeerd worden.

Slide 9 - Slide

Welke fase? (Politiek Probleem)

Slide 10 - Slide

Vier fasen van besluitvorming

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

ZET OPLOSSING IN SCHEMA 

Slide 13 - Slide

VERANDEREN OF BEHOUDEN

Slide 14 - Slide

Gaat het bij de volgende standpunten om een progressief of conservatief standpunt? Kies progressief of conservatief:
1. Homoseksuele stellen moeten de wettelijke mogelijkheid hebben om kinderen te adopteren
2. De militaire dienstplicht dient in ere te worden hersteld: tijdens de dienstplicht leren jongeren discipline
3. Het gezag van de leraar ten opzichte van de leerlingen dient te worden versterkt
A
1.conservatief 2.conservatief 3.progressief
B
1. Progressief 2. Progressief 3. Conservatief
C
1. Progressief 2. Conservatief 3. Conservatief
D
1. Conservatief 2. Progressief 3. Progressief

Slide 15 - Quiz

Dit overzicht goed leren!!

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Welke politieke stroming hoort bij het vorige filmpje?
A
liberalisme
B
socialisme
C
christendemocratie
D
ecologisme

Slide 18 - Quiz

LIBERTY= VRIJHEID

Slide 19 - Slide

SOCIAAL-DEM.= GELIJKHEID

Slide 20 - Slide

CHRISTEN-DEM.=SAMEN

Slide 21 - Slide

vind vrijheid en individuele rechten belangrijk
A
socialisme
B
liberalisme
C
confessionalisme

Slide 22 - Quiz

Kosmopolitisch vs. nationalistisch
Kosmopolitisme:
- Eigen land open houden, meegaan in de
globalisering

Nationalisme:
- Eigen land afsluiten van globalisering
- Globalisering wordt als bedreiging gezien voor de
eigen cultuur, identiteit en economie.

Slide 23 - Slide

Directe democratie
Indirecte democratie

Slide 24 - Slide

Volksvertegenwoordigers

Tweede Kamer

Slide 25 - Slide

Begrippen:

  • regering: ministers en koning
  • kabinet: ministers en staatssecretarissen
  • Parlement: eerste en tweede kamer samen
  • Kabinet: Ministers en staatssecretarissen
  • Coalitie: partijen die de regering vormen
  • Oppositie: alle andere partijen

Slide 26 - Slide

Staten-Generaal
2e Kamer
1e Kamer
150 Zetels
75 Zetels
Regering / Kabinet

Slide 27 - Slide

Regering

Slide 28 - Slide

Taken parlement                    Controleren

Slide 29 - Slide

Pressiegroepen
A
Plannen die per wijk opgesteld worden in overleg met bewoners, lokale organisaties en instellingen over te behalen resultaten.
B
Groepen die langs allerlei wegen druk  proberen uit te oefenen op mensen van wie ze wat gedaan willen krijgen.
C
Belangen die voor iedereen gelden.
D
Belangen die voor jou als individu gelden.

Slide 30 - Quiz

Pressiegroepen
Er zijn pressiegroepen  die invloed kunnen uitoefenen door te lobbyen.

Een pressiegroep is een organisatie die invloed probeert uit te oefenen op politieke besluitvorming.

Slide 31 - Slide

Burgerinitiatief 
Als mensen willen dat een idee in de Tweede Kamer wordt behandeld, kunnen ze dat doen door 40.000 handtekeningen hiervoor te verzamelen. - burgerinitiatief



Slide 32 - Slide

Demonstreren
Stemmen
                             POLITIEKE PARTICIPATIE
mensen met hogere opleidingen participeren vaker in de politiek. Zij hebben een netwerk, geld, en kennis om hun doelen te bereiken. M.a.w. zij kunnen hulpbronnen inzetten om hun doelen te behalen. Dus zij hebben macht

Slide 33 - Slide

Politieke activiteiten van burgers
Politieke participatie; Aan het politieke besluitvormingsproces deelnemen.
- protesten. Laten zien dat je het ergens niet mee eens bent.
-handtekeningacties: het verzamelen van handtekeningen. 
Burgerlijke ongehoorzaamheid; Het bewust overtreden van de wet en daarbij de straf voor dit gedrag te aanvaarden.
Ook hiermee kan je laten zien dat je het ergens niet mee eens bent. Een aantal jaren geleden werden een aantal mensen het land uitgezet. Kerken kozen ervoor om deze mensen op te vangen. Hiermee overtraden zij bewust de wet. 

Veel participatie = beter werkende democratie en representatie. 

Slide 34 - Slide