Spelling Thema 4 week 1

Spelling 
Thema 4 week 1

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 8

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spelling 
Thema 4 week 1

Slide 1 - Slide

Weet je nog?
Dit ga je leren: woorden met -iaal, -ieel en -ueel

Je hoort ´iejaal`=> je schrijft ´iaal` => liniaal
Je hoort ´iejeel`=> je schrijft ´ieel` => financieel
Je hoort ´uweel`=> je schrijft ´ueel` => actueel


Slide 2 - Slide

Kies uit principieel, seksuele, eventueel, speciaal
Volgende week krijgen we ........... voorlichting.

Slide 3 - Open question

Kies uit principieel, seksuele, eventueel, speciaal
Daar is ........ iemand voor ingehuurd.

Slide 4 - Open question

Kies uit principieel, seksuele, eventueel, speciaal
Sommige mensen zijn er .................. op tegen.

Slide 5 - Open question

Kies uit principieel, seksuele, eventueel, speciaal
Het kan dus .......... ook komen te vervallen.

Slide 6 - Open question

Weet je nog?
Een ander woord voor het hele werkwoord is infinitief.
Voorbeeld: Het kind zit te kleuren
Het hele wekrwoord is een werkwoord dat niet van vorm verandert in de zin.
  • niet door de tijd - Het kind zat te kleuren.                  
  • niet door het getal - De kinderen zitten te kleuren.


Slide 7 - Slide

Maak de zin af
Zit toch niet zo te ............

Slide 8 - Open question

Maak de zin af
Wie is daar aan het ...............?

Slide 9 - Open question

Maak de zin af
Morgen ga ik ..............?

Slide 10 - Open question

Maak de zin af
Morgen ga ik ..............?

Slide 11 - Open question

Maak de zin af
De juf is erg goed in ..............?

Slide 12 - Open question