present perfect/past simple

present perfect + past simple
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2,3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

present perfect + past simple

Slide 1 - Slide

Never have I ever .....

present perfect - past simple

Slide 2 - Slide

Herhaling


                       Present perfect


        have / has + voltooid deelwoord

Slide 3 - Slide

Wat is dan het voltooid deelwoord?
er zijn 2 verschillende         regelmatige werkwoorden 
                                                           
                                                  onregelmatige werkwoorden
1
2

Slide 4 - Slide

           
             regelmatige werkwoorden       
1
werkwoord + -ed
play - played
walk - walked
work - worked
want - wanted

Slide 5 - Slide

           
             onregelmatige werkwoorden

2
Het derde woord uit de rijtjes 
To do - did - done
to fly - flew - flown
to fight - fought - fought

Slide 6 - Slide

Vragen maken in de present perfect
zet have/has aan het begin van de zin
vb
  • he has eaten at a restaurant
  • has he eaten at a restaurant?

Slide 7 - Slide

ontkenningen maken in de present perfect
Zet not achter have/ has
VB
  • he has eaten in a restaurant
  • he has not eaten in a restaurant

Slide 8 - Slide

  1. Emma ( never to see)......... this film on TV
  2. How often (she to phone) ...... the office ?
  3. .......the Millers  .......... (to arrive) yet?
  4. John ..........(not to go ) on a trip to Alaska.
  5.  (they ever to be) ...........to New York?
  6. Andy ...........(not to repair) his sister's bike.
  7. (you to drop)........a knife in the kitchen.
  8. I  ...........(to buy) a new laptop.
  9. ............(to find) his pen yet?
  10. the students ...........(not to forget) their homework

Slide 9 - Slide

Present Perfect
Wordt gebruikt als iets in het verleden is gebeurd en nog niet is afgelopen

Slide 10 - Slide

het is wel afgelopen maar je gebruikt toch 
de present perfect

Het is  afgelopen maar het resultaat is belangrijker dan wanneer het is gebeurd.


I have lost my keys.
Je bent niet meer bezig je sleutels te verliezen maar het resultaat ( bv. je kunt je huis niet in) is belangrijker dan wanneer het is gebeurd.

Slide 11 - Slide

past simple
is het al afgelopen?
nee
present perfect
(have/has volt dw)
ja
staat er in de zin
wanneer het is
gebeurd?
ja
nee
present perfect
(have/has volt dw)
ww + ed /
2e vorm onr

ja
no
No
ja

Slide 12 - Slide

James ...................(find)
your ring in the garden yesterday.
A
simple past
B
present perfect

Slide 13 - Quiz

We ............(prepare / already) dinner.

A
simple past
B
present perfect

Slide 14 - Quiz

Mary .................(win) the lottery last year.
A
simple past
B
present perfect

Slide 15 - Quiz

is het al afgelopen?
nee
present perfect
(have/has volt dw)
ja
staat er in de zin
wanneer het is
gebeurd?
ja
past simple
nee
present perfect
(have/has volt dw)

Slide 16 - Slide

He ...........(to dance) as a superhero at halloween last year

Slide 17 - Open question

She .........(to buy) a new car

Slide 18 - Open question

we ...........(to buy) a new car
yesterday

Slide 19 - Open question

He .......(to go) to school

Slide 20 - Open question

They ............(to go) to school
this morning

Slide 21 - Open question

He ......(to get)a ride to school this morning

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Link