kua § 4.3

§ 4.3 - Het Franse hof
- Nabespreken opdrachten § 4.2
- Uitleg en oefeningen § 4.3
- Zelfstandig werk:
     - Samenvatten § 4.3
     - Maken opdracht 49, 52, 53, 56, 57, 61

1 / 43
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

§ 4.3 - Het Franse hof
- Nabespreken opdrachten § 4.2
- Uitleg en oefeningen § 4.3
- Zelfstandig werk:
     - Samenvatten § 4.3
     - Maken opdracht 49, 52, 53, 56, 57, 61

Slide 1 - Slide

Nabespreken § 4.2
27. Strekking antwoord:
De macht van de Katholieke Kerk is groot en de pausen hebben er in hun strijd tegen het protestantisme belang bij een uitbundige kerk die gebruik maakt van allerlei kunsten om de grootsheid van de Kerk te tonen. De hoofdstad van de Katholieke Kerk moet dus zeker op grootse wijze ingericht worden en men trekt de grote kunstenaars aan.

28. Strekking antwoord:
De koepel is een ideale meetkundige ruimte die volledig symmetrisch is (wat weer een ideaal is in de renaissance en barok).

Slide 2 - Slide

Nabespreken § 4.2
29. Strekking antwoord:
Ze zien dat de zuivere christelijke leer ondergeschikt wordt aan politieke en financiële motieven van de pausen.


Slide 3 - Slide

Nabespreken § 4.2
30. Strekking antwoord:
Het christendom wordt in relatie gebracht met figuren uit de
klassieke oudheid (Sibyllen) en het Oude Testament (profeten).
De tien geboden staan op stenen tabletten die Mozes bij zich
draagt. Dat is de basis van de christelijke leer. Een afbeelding
van de paus daarboven geeft aan dat hij zich hiermee
verbonden voelt.

Slide 4 - Slide

Nabespreken § 4.2
32. Strekking antwoord:
Vanaf de renaissance is de afbeelding van de ideale mens ook een verwijzing naar het goddelijke. In het verhaal van de schepping van Adam stelt men dat de mens (Adam) naar Gods evenbeeld is gecreëerd. Een menselijke Adam kan dus ook gecreëerd worden door een ‘menselijke’ God.


Slide 5 - Slide

§ 4.3 - Het Franse hof (inleiding)
Renaissance: ± 1340-1600, vanuit Florence verspreid

Barok: ± 1600-1700, vanuit Rome verspreid naar Europa. Verschillende 'gedaanten'; Italië, Frankrijk, Nederlanden.

Slide 6 - Slide

§ 4.3 - Het Franse hof (inleiding)
Italiaanse barok - katholieke kerk

Slide 7 - Slide

§ 4.3 - Het Franse hof (inleiding)
Franse barok - koning Lodewijk XIV

Slide 8 - Slide

§ 4.3 - Het Franse hof (inleiding)
Barok Noordelijke Nederlanden - cultuur van de burger
(= hoofdstuk 5)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

§ 4.3 - Het Franse hof
Allegorische figuur = personificatie
van een abstract begrip

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Welke kenmerken van de barok zie je in beide schilderijen?

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Op welke manieren verschillen de schilderijen?

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

§ 4.3 - Het Franse hof
  • Jean-Baptiste Molière: Tekstschrijver aan het Franse hof
  • Jean-Baptiste Lully: Componist aan het Franse hof
  • Ballet de cour ('hofballet')
  • Ballet-comedie: gesproken delen, afgewisseld met muziek en dans (invloeden uit klassieke komedie)
  • Ballet-opera: verweving van muziek, zang, dans en gesproken tekst (invloeden uit klassieke tragedie)

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Welke instrumenten hoor je? (1 instrument per keer invoeren)

Slide 25 - Mind map

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Welke kenmerken van de barok herken je in de foto's van Versailles?

Slide 35 - Open question

§ 4.3 - Het Franse hof
Met de volgende quizvragen test je je kennis!

Slide 36 - Slide

Wat zorgde NIET voor de verspreiding van de barok van Italië naar het noorden?
A
Internationale huwelijken
B
Internationale handelsrelaties
C
Gezamenlijke strijd tegen protestantisme
D
Studiereizen van noordelijke kunstenaars

Slide 37 - Quiz

Welke Italiaanse kunstschilder was een grote inspiratiebron voor kunstschilders uit Noord-Europa?
A
Michelangelo
B
Caravaggio
C
Monteverdi
D
Rafael

Slide 38 - Quiz

Hoe noemen we een figuur in een schilderij, die een abstract begrip voorstelt?

Slide 39 - Open question

Met welke mythologische figuur vergeleek Lodewijk XIV zichzelf?
A
Apollo
B
Orpheus
C
Jupiter
D
Saturnus

Slide 40 - Quiz

In welke kunstvorm worden muziek, dans en spel geïntegreerd?
A
Ballet de cour
B
Ballet-opera
C
Ballet-comedie
D
Divertissement

Slide 41 - Quiz

Wie was GEEN belangrijke hofcomponist aan het hof van Lodewijk XIV?
A
Lully
B
Molière
C
Le Brun
D
Rubens

Slide 42 - Quiz

Vergeleken met de Italiaanse barokke architectuur, is de Franse barokke architectuur ...
A
Beweeglijker en theatraler
B
Minder beweeglijk en minder theatraal

Slide 43 - Quiz