Eerste Lessonup compleet zelf gemaakt

Grammatica
Voornaamwoorden
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Grammatica
Voornaamwoorden

Slide 1 - Slide

Welke verschillende soorten voornaamwoorden ken jij?

Slide 2 - Open question

Grammatica woordsoorten

Aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw)
Vragend voornaamwoord (vr.vnw)


Slide 3 - Slide

Leerdoel
Aan het einde van deze les kan ik verschillende voornaamwoorden benoemen en hier uitleg bij geven.

Slide 4 - Slide

aanwijzend
voornaamwoord

Slide 5 - Mind map

Aanwijzende voornaamwoorden
Het-woorden: dit, dat, zulk, zo'n
De-woorden: die, deze, zulke

Slide 6 - Slide

Wie wandelt elke morgen met mijn hond in dat park?
Wat is het aanwijzend voornaamwoord?
A
Wie
B
elke
C
mijn
D
dat

Slide 7 - Quiz

vragend
voornaamwoord

Slide 8 - Mind map

Vragende voornaamwoorden
Wie......
Wat......
Welke......
Welk......
Wat voor......

Slide 9 - Slide

"Wie wandelt elke morgen met mijn hond in dat park?"
Wat is het vragend voornaamwoord?

Slide 10 - Open question

Grammatica woordsoorten

Persoonlijk voornaamwoord (pers.vnw)
Bezittelijk voornaamwoord (bez.vnw)


Slide 11 - Slide

persoonlijke
voornaamwoord

Slide 12 - Mind map

Slide 13 - Slide

Bezittelijk
voornaamwoord

Slide 14 - Mind map

Wie wandelt elke morgen met mijn hond in dat park?
Wat is het bezittelijk voornaamwoord?
A
Wie
B
elke
C
mijn
D
dat

Slide 15 - Quiz

Lesdoel behaald?
Ik kan nu verschillende voornaamwoorden herkennen in een zin.
Ik kan verschillende voornaamwoorden benoemen in een zin.

Slide 16 - Slide

Wie wandelt elke morgen met mijn hond in dat park?
Wat is het vragend voornaamwoord?
A
Wie
B
elke
C
mijn
D
dat

Slide 17 - Quiz