Grammar les semester 3

• Engels
• MBO
• Studiejaar 3

English class

week 8: grammar

What to do today?

Black History Month: let's learn and celebrate!

Check

Grammar

Practice

Next class

Check

Homework

Planner

Exams

Grammar

Word order

Adjectives

Adverbs

Past simple <> present perfect

Word order

I always walk to school.

She has never walked to school up until now.

They were walking to the cinema when we called.

onderwerp + werkwoorden + plaats vóór tijd

www.englisch-hilfen.de

I understand English word order

Yes, fully

No, not fully

No, not at all

Adjectives

Bijvoeglijke naamwoorden

That's a mean joke!

She is a careful girl.

What a pretty necklace.

--> geven meer informatie over het zelfstandig naamwoord

Adverbs

Bijwoorden

That's a surprisingly mean joke!

She drives carefully.

What a pretty necklace. You wear it so nicely.

--> geven meer informatie over hoe iets gedaan wordt (werkwoord) of over het bijvoeglijk naamwoord

www.englisch-hilfen.de

I understand adverbs/adjectives.

Yes, fully

No, not fully

No, not at all

Past simple

verleden tijd

I walked to school yesterday.

She lived across the street last year.

They paid the tickets two days ago.

--> wanneer iets in het verleden gebeurt is en afgerond is

werkwoord + -ed (of tweede rijtje onregelmatig)

Present perfect

voltooid tegenwoordige tijd

I have lived in Rotterdam since 2018

They have worked at Albeda for five years now

She has paid her tickets already

--> wanneer iets in het verleden begonnen is, en nu nog bezig is/effect heeft

have/has + werkwoord + ed (of derde rijtje onregelmatig)

Past simple

verleden tijd

Staat altijd een tijdsaanduiding in de zin (yesterday, last year, three hours ago, etc.)

Is afgelopen

Present perfect

voltooid tegenwoordige tijd

Staat in de zin hoe lang iets bezig is, geen duidelijke tijdsaanduiding

Is nog bezig/heeft effect

Altijd have/has!

www.englisch-hilfen.de

I understand the past simple/present perfect

Yes, fully

No, not fully

No, not at all

Practice

Can Do online B1 (Unit 3):

grammatica bijvoeglijke naamwoorden, bijwoorden, voltooid tegenwoordige tijd <> onvoltooid tegenwoordige tijd 

Next class

Before class:

Finish Can Do exercises (zie planner)

During class:

Speaking