What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Rekenen A groep geld 19-03
Rekenen
Tempoblad splitsen 3 minuten
LessonUp
zelfstandig werken
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Rekenen
ISK
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Rekenen
Tempoblad splitsen 3 minuten
LessonUp
zelfstandig werken
Slide 1 - Slide
Geldrekenen
Slide 2 - Slide
Tel de munten van 5 cent
Slide 3 - Slide
Hoeveel munten van 5 cent zag je?
A
1
B
3
C
4
D
5
Slide 4 - Quiz
Tel de munten van 10 cent
Slide 5 - Slide
Hoeveel munten van 10 cent zag je?
A
1
B
3
C
4
D
5
Slide 6 - Quiz
Tel de munten van 20 cent
Slide 7 - Slide
Hoeveel munten van 20 cent zag je?
A
1
B
3
C
4
D
5
Slide 8 - Quiz
Tel de munten van 50 cent
Slide 9 - Slide
Hoeveel munten van 50 cent zag je?
A
1
B
3
C
4
D
5
Slide 10 - Quiz
Wat is meer waard?
A.
B.
Slide 11 - Slide
Wat is meer waard?
A.
B.
Slide 12 - Slide
Je hebt 4 briefjes van €5 euro.
Hoeveel euro heb je in totaal?
A
€15
B
€5
C
€20
D
€4
Slide 13 - Quiz
Je had €20.
Je hebt €4 uitgegeven.
Hoeveel geld heb je nu nog over?
A
€24
B
€16
C
€14
D
€11
Slide 14 - Quiz
Je hebt:
4 munten van €2
en
1 munt van €1.
Hoeveel geld heb je in totaal?
A
€19
B
€12
C
€11
D
€9
Slide 15 - Quiz
In de kassa liggen 20 briefjes van €20.
Je moet er 2 aan een klant geven.
Hoeveel briefjes zijn er nog over?
A
16
B
18
C
12
D
10
Slide 16 - Quiz
Je krijgt €2 per uur betaald.
Je hebt 3 uur gewerkt.
Hoeveel geld krijg je nu?
A
€6
B
€5
C
€4
D
€3
Slide 17 - Quiz
Koen heeft 2 briefjes van €5.
Hij koopt iets voor €4.
Hoeveel geld heeft hij nog over?
A
€4
B
€5
C
€9
D
€6
Slide 18 - Quiz
Je gaat naar de pinautomaat.
Je pint €15 euro.
Je krijgt 1 briefje van €10 en 1 briefje van €5.
Heb je dan genoeg gekregen?
A
Ja
B
Nee
Slide 19 - Quiz
Je hebt 1 briefje van €10 en 1 van €20.
We willen weten hoeveel geld je in totaal hebt.
Welke som moeten we dan maken?
A
20 - 10 =
B
20 x 10 =
C
10 + 20 =
D
20 + 10 =
Slide 20 - Quiz
Je gaat naar de pinautomaat.
Je pint €30.
Wat krijg je dan?
A
2 briefjes van €5
B
1 briefje van €10 en 1 briefje van €15
C
1 briefje van €10 en 1 briefje van €20
D
3 briefjes van €15
Slide 21 - Quiz
Welk briefje bestaat niet?
A
€5
B
€15
C
€10
D
€20
Slide 22 - Quiz
Je hebt 5 briefjes van €5.
Hoeveel heb je in totaal?
A
€15
B
€5
C
€25
D
€20
Slide 23 - Quiz
Ik koop een paar mooie gymschoenen.
Ze kosten € 32,75.
Ik betaal met € 40,00.
Hoeveel krijg ik terug?
Slide 24 - Open question
Een trainingspak kost € 68,95.
Ik betaal met € 100,00.
Hoeveel geld krijg ik terug?
A
€ 42,15
B
€ 42,05
C
€ 32,15
D
€ 31,05
Slide 25 - Quiz
Klaar met LessonUp!
Slide 26 - Slide
Zelfstandig werken
Verder met je boek of op de laptop.
timer
1:00
Slide 27 - Slide
Pauze!
Slide 28 - Slide
More lessons like this
Geldrekenen
7 days ago
- Lesson with
23 slides
Rekenen
ISK
Geldrekenen
March 2024
- Lesson with
23 slides
Rekenen
ISK
Verhaalsommen geld
April 2024
- Lesson with
14 slides
Rekenen
Basisschool
Groep 3,4
Verhaalsommen geld
May 2024
- Lesson with
14 slides
Rekenen
Basisschool
Groep 3,4
Verhaalsommen geld
June 2024
- Lesson with
14 slides
Rekenen
Basisschool
Groep 3,4
Verhaalsommen geld
April 2024
- Lesson with
14 slides
Rekenen
Basisschool
Groep 3,4
Verhaalsommen geld
July 2024
- Lesson with
14 slides
Rekenen
Basisschool
Groep 3,4
Verhaalsommen geld
May 2024
- Lesson with
14 slides
Rekenen
Basisschool
Groep 3,4