m1 chap3 GH 090320 GRL5

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

lundi le 9 mars

le programme (5)

1. source G, lire (10)
2. nous parlons français (5)
   
3.  vocabulaire ABEF (10)
4. source H, les devoirs
5. les devoirs + la fin
   

les objectifs

Je begrijpt een beschrijving van iemands huis

PROEFWERK HOOFDSTUK 3: MAANDAG 16 MAART!

lire (10)

hoofdstuk 3

source G page 48: chez moi

havo:c'est comment chez toi

maak in je werkboek:

G26 , 27, 28

(havo: G25, 26, 27, 28)

nous parlons (5)

bonjour, ça va? 

quelle est ta couleur préférée? 

tu habites à la campagne?

c'est quand, ton anniversaire?

tu as un frère?

j'ai = ik heb

tu as = jij hebt

il a = hij heeft

elle a = zij heeft

nous avons = wij hebben

vous avez = u hebt

ils ont = zij hebben

elles ont = zij hebben

45  38 33 59  21  26

12  61  42

www.kahoot.com

Tu habites
à LA CAMPAGNE?

1. in een huis?
2. in een flat?
3. in de stad?
4. op het platteland?

Ce cadeau coûte cher!

1. dat cadeau is duur!
2. dat is een nieuw cadeau!
3. Dat is niet duur!
4. wat kost dat cadeau?

janvier

mars

mai

février

avril

juin

maart

februari

april

mei

januari

juni

septembre

juillet

août

novembre

décembre

octobre

juli

november

december

augustus

september

oktober

la cousine

la tante

en automne

l'oncle

le cousin

l'enfant

rouge

noir(e)

orange

vert(e)

bleu(e)

jaune

wat hoort er niet bij?
l'oncle - la cousine - le frère - la tante

1. l'oncle
2. la cousine
3. le frère
4. la tante

H30+31: bezittelijk voornaamwoord

(dit schema staat in je boek page 50)

H31 b

(hun) ?

(uw) ?

(uw) ?

(ons) ?

Les devoirs

maak G26 , 27, 28 (p103)

herhaal avoir

leer vocabulaire G

vlg les: zinnen I

chapitre 3

lessonup.app

La fin du cours

les objectifs/de leerdoelen:

- Je begrijpt het bezittelijk voornaamwoord in het Frans

- Je begrijpt een beschrijving van iemands huis 

prochaine fois/volgende keer:

de zinnen van  I

regarder (10)

noteer 

minstens 5 woorden 

die jij hebt herkend!

https:

welke woorden heb jij herkend?