2T Werkwoordspelling les 3 + dictee

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 2

15 minuten lezen!

Opties voor thuis:

- Lees in je leesboek

- Maak  H6 taalverzorging werkwoordspelling opdracht 10 via NN-online

Opstarten

Welke is juist?

Hij ... graag een boek lezen.

1. wil
2. wilt

Programma

Huiswerkcontrole!

Bespreken huiswerk (quiz)

Oefening werkwoordspelling (quiz)

Laatste quizvraag

Dictee

Fictie onderdeel A

Afronden

Huiswerkcontrole!

Jullie hebben gemaakt: De Brug onderdeel spelling opdracht 6 t/m 10

De leerlingen die thuis zitten hebben het allemaal gemaakt. 

Bespreken huiswerk

De Brug onderdeel spelling opdracht 6 t/m 10

5 vragen x 30 seconde (niet uit de opdrachten)

Weten jullie het nog?

Tussendoor komen de antwoorden van de opdrachten. De leerlingen thuis hebben deze al in hun schrift staan. 

Noteer de persoonsvorm van het sterke werkwoord in de verleden tijd. (1/5)

Sam ... de confrontatie

1. vermijdt
2. vermijdde
3. vermeed

Opdracht 6

1 schrok

2 bleek

3 kwamen

4 bogen

5 vergat 

Vul -t of -d in. (2/5)

Sam heeft haar nieuwe broek met Bitcoins betaal...

1. d
2. t

Opdracht 7

1 gereisd

2 ontmoet

3 behandeld

4 bevriend

5 ontploft  

Wat is het voltooid deelwoord van het werkwoord tussen haakjes? (3/5)

Voor het eerst in weken heeft Sam het huis (stofzuigen).

1. gestofzuigd
2. stofgezogen
3. stofgezuigd
4. gestofzuigt

Opdracht 8

1 is geslaagd

2 heb uitgelegd

3 wordt gerepareerd

4 heeft gekocht

5 hebben gevist

6 heeft opgevouwen  

Wat is het voltooid deelwoord van het werkwoord tussen haakjes? (4/5)

Sam is (uitloten) voor de geneeskunde.

1. geuitloot
2. uitgeloot
3. uitgelood
4. geuitlood

Verschil stofzuigen en uitloten

Ik loot uit.

Ik stofzuig.

Opdracht 9

1 gezien

2 gebeurd

3 meegemaakt

4 ingeschakeld, ontdekt

5 opgelost  

Vul de juiste vorm van het werkwoord in. (5/5)

De jongen ... (vt) in zijn eentje naar het buitenland.

1. wil
2. wilt
3. wou
4. wilde

Opdracht 10

1 bent

2 wil

3 Kan

4 zou

5 kunt

6 had

7 was

8 zal

9 wilden

10 konden  

Herhaling werkwoordspelling

Tegenwoordige tijd 

ik-vorm en soms -t toevoegen

Verleden tijd 

ik-vorm + -de, -den, -te, -ten

5 vragen

Zij ... een gat om een boom te planten.
(1/5)

1. graaft
2. graaf
3. graafd

Ik vind het wel mooi zo, ... jij dat ook?
(2/5)

1. vindt
2. vind
3. vint

Gisteren ... ik een vreemd geluid op zolder.
(3/5)

1. hoorde
2. hoordde

Vorige week ... hij de kippetjes in de pan.
(4/5)

1. braade
2. braadde

Morgen ... hij wel terugbellen.
(5/5)

1. zul
2. zal
3. zou

Toetsstof TW III

Taalverzorging onderdelen Spelling H1 t/m 6

Persoonsvorm tt en vt blz. 32

Hoofdletters en leestekens blz. 58

Voltooid deelwoord 84

Lastige werkwoordsvormen 110

Verkleinwoorden 136

Werkwoordspelling (herhaling) blz. 160

Meervouden op -en, -s, ën en -n blz. 162

Waar willen jullie nog mee oefenen?

Laatste quizvraag

Op de markt op koningsdag probeerde iedereen zijn ... te verkopen.

1. dvds
2. dvd's

Opdracht voor de leerlingen thuis

Maak van Fictie onderdeel A opdracht 1, 2 en 3

Maak het in je schrift en neem het volgende les mee naar school!

Jullie mogen uit Teams, behalve Lex ;)

DICTEE!

Boek en schrift dicht. Alleen een pen nodig

Fictie onderdeel A

Boek blz. 168

Aan de slag met opdracht 1, 2 en 3

Afronden

huiswerk volgende les:

Maken onderdeel Fictie A opdracht 1, 2, 3