Ontwikkelingspsychologie

Wie is de bedenker van de theorie over hechtingsstijlen?
A
Maslow
B
Bowlby
C
Freud
D
Bronfenbrenner
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
PedagogiekHBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wie is de bedenker van de theorie over hechtingsstijlen?
A
Maslow
B
Bowlby
C
Freud
D
Bronfenbrenner

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions

Genitalefase, wat betekent dit?

Slide 2 - Open question

Ontluiken seksuele gevoelens. Deze gevoelens zijn gericht op andere personen.
Wat wordt bedoeld met opmerking dat er zintuigelijke voorkeurssystemen zijn?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Erik Erikson
Vanaf 12 jaar is er sprake van een tegenstelling 
'identiteit tegenover rolverwarring". 
Wat betekent dit?

Slide 4 - Slide

identiteit tegenover rolverwarring.
kinderen nemen afstand van volwassenen om hun eigen identiteit verder te onderzoeken en ontwikkelen. Samen met leeftijdsgenoten wordt geëxperimenteerd met verschillende rollen. 
Wat zijn de uitgangspunten van Langeveld (1905-1989)?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Wat betekent automatiseren?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Maslow heeft veel nagedacht over:
A
cognitie
B
ecologie
C
emoties
D
motivatie

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Praten over de stof uit het boek helpt om de inhoud beter te begrijpen.
Mee eens, maar het is toch te weinig
Mee eens, prima zo
Niet mee eens, laat mij maar stampen
Niet mee eens, ik snap het boek zo ook wel.

Slide 8 - Poll

This item has no instructions

Hoe oud is Laetitia?
Ik ben Laetitia. Ik ben net jarig geweest. Ik vind het leuk op school want ik heb veel vriendinnen. Fleur is mijn hartsvriendin, ik kan haar alles vertellen. Ze is erg grappig. Ik kan goed leren want ik heb alles op tijd af. ik vind het expressie uur het leukst op school. Nu weet ik niks meer, kusjes Laetitia.

Slide 9 - Slide

vriendinnencultuur
zelfreflectie: ik kan goed leren.
1

Slide 10 - Video

stop bij 1.50.
Geef een samenvatting van de psycho-analyse.

Bedenk een vraag die aansluit bij de systeemtheorie

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Gal'perin
Gal'perin spreekt van een materiele en een mentale handeling.
Wat is een materiele handeling?
Maak een mind map. 

Slide 12 - Slide

omgaan met concrete materialen, voorwerpen: blokjes knikkers, geld.

In fases uitgedrukt: 
orientatiefase: spelen zonder doel
materiele fase: relatie met een opdracht: huis bouwen of zo
verbale fase: verwoorden
mentale fase: kind kan handelingen snel uitvoeren: automatiseren. Hoeft niet meer in zichzelf te praten. 

Wat wordt bedoeld met instrumentele afhankelijkheid

Slide 13 - Slide

volwassenen nodig hebben om problemen op te lossen. 
Attribueren
Dit betekent: toekennen aan. 
Bedenk zelf een praktijkvoorbeeld

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Sociogram

Slide 15 - Mind map

This item has no instructions

Zoek de begrippenlijst op it's. 
Vraag aan een medestudent wat een bepaald begrip betekent. Deze zoekt op en legt uit. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Hoe verloopt de spierbeheersing van kleuters?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Geslachts-identiteit
Geslachts-stabiliteit
Geslachts-constantheid

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Erik Erikson
Aan het eind van de basisschool is er sprake van een tegenstelling. Welke is dit en wat betekent het?

Slide 19 - Slide

identiteit tegenover rolverwarring.
kinderen nemen afstand van volwassenen om hun eigen identiteit verder te onderzoeken en ontwikkelen. Samen met leeftijdsgenoten wordt geëxperimenteerd met verschillende rollen. 
Wanneer je het hebt over de motoriek van kleuters, wat betekent dan:
a: van hoofd naar voeten
b: van dichtbij naar veraf
c: van groot naar klein

Slide 20 - Slide

omgaan met concrete materialen, voorwerpen: blokjes knikkers, geld.

In fases uitgedrukt: 
orientatiefase: spelen zonder doel
materiele fase: relatie met een opdracht: huis bouwen of zo
verbale fase: verwoorden
mentale fase: kind kan handelingen snel uitvoeren: automatiseren. Hoeft niet meer in zichzelf te praten. 

Hoe verloopt de tekenontwikkeling van kleuters?

Slide 21 - Slide

4: krassen en krabbelen, kopvoeter.
4-5 verlengde kopvoeter, steeds meer details.
5-6: volledig mens figuur, omgeving komt erbij. 

In welke fase zit een kleuter w.b. seksuele ontwikkeling volgens Freud?

Slide 22 - Slide

Fallische fase:
belangstelling voor genitaliën. 
Kind kan sterke verliefdheidsgevoelens krijgen voor ouder ander geslacht. 
Wat is animistisch denken?
En wat is magisch denken?

Slide 23 - Slide

animistisch: stoute stoel
magisch: moeder ziek omdat kind boos was. 
Wat zijn belangrijke termen bij de morele ontwikkeling van kleuters?

Slide 24 - Slide

4 jaar: es (freud)
Uberich: start van jaar of 5
Kohlberg: preconventioneel niveau: straffen en belonen. 

egocentrisme wordt minder. 
Grove en fijne motoriek?

Slide 25 - Mind map

This item has no instructions