Werken met peuters in een kinderdagverblijf

• Zorg en Welzijn
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Werken met peuters in een kinderdagverblijf

Aan het einde van de les weet je..

Aan het einde van de les weten de leerlingen wat een peuter is  

Aan het einde van de les weten de leerlingen wat een kinderdagverblijf is 

Aan het einde van de les weten de leerlingen welk diploma er nodig is om in een kinderdagverblijf te werken 

Aan het einde van de les weten de leerlingen wat de werkzaamheden binnen een kinderdagverblijf zijn 

Aan het einde van de les kunnen de leerlingen de leeftijden van een peuter benoemenf.

Wat gaan we doen vandaag

Een kleine quiz om mee te starten

Een stukje theorie

Opdracht: wie ben ik

Les evaluatie formulier invullen

 

Wanneer ben je een peuter

1. 1-3 jaar
2. 2-4 jaar
3. 1-4 jaar
4. ik weet het niet

Wat is een kinderdagverblijf?

1. Is een plaats waar alleen baby's worden opgevangen
2. Ik weet het niet
3. Is een plaats waar baby's en peuters worden opgevangen

Wie kan in een kinderdagverblijf werken?

1. pedagogische medewerkers
2. peuterspeelzaal medewerkers
3. pedagogische en peuterspeelzaal medewerkers
4. ik weet het niet

Wat is een kinderdagverblijf?

Is een plaats waar baby's en peuters worden opgevangen.

Huishoudelijke medewerker/ groepshulp

Welke diploma heb je nodig?

Vmbo diploma of Mbo entree opleiding niveau 1-  zorg en welzijn

Welke taken heb je:

• bewust koken.

• Je verricht licht huishoudelijke werkzaamheden. 

• Je let samen met de pedagogisch medewerkers op de peuters tijdens de  activiteiten.

• Begeleidt samen met de pedagogisch medewerkers kinderen tijdens uitstapjes naar buiten.

Pedagogische medewerker

Welke diploma moet je halen hiervoor:

MBO niveau 2 Helpende zorg

Welke taken heb je:

Kinderen begeleiden

Kinderen verzorgen

Informatie uitwisselen over kinderen en werkzaamheden

Welke activiteiten kunnen er gegeven worden aan een peuter in een kinderdagverblijf

- creatief

-  activiteiten voor de motorische ontwikkeling

-  speelgoed

- activiteiten voor de taalontwikkeling

Opdracht: Wie ben ik

Stap 1: Maak groepjes waarin jullie willen samenwerken.

stap 2: Elke groep krijgt een beroepsfunctie of activiteit.

Stap 3: Verzin een casus over jouw beroepsfunctie of activiteit. In deze casus ga je een beroepsfunctie of activiteit beschrijven, zonder het op te noemen. De rest van de leerlingen gaat raden wat jullie als groep beschreven hebben.

Jullie krijgen voor deze opdracht 20 minuten

Wat heb je geleerd vandaag?

Einde