Spreekwoorden en gezegdes

• Kunstzinnige oriëntatie
• Basisschool
• Groep 8

Spreekwoorden en gezegdes

Een goed begin is het halve werk. 

Welke ken jij al?

Lesdoel:

- Ik leer wat spreekwoorden en gezegdes zijn.

- Ik kan spreekwoorden en gezegdes herkennen.

- Ik kan een spreekwoord of gezegde uitbeelden.

Wat is een spreekwoord? 

- Een spreekwoord is een vaste, complete zin die altijd hetzelfde klinkt.

- Het betekent iets anders dan wat er letterlijk staat.
-Je kunt het gewoon zo zeggen en iedereen snapt wat je bedoelt.

Bijvoorbeeld: Wat u niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet. 

Wat is een gezegde? 

- Een gezegde is géén complete zin, maar een stukje van een zin.

- Je gebruikt het in een gewone zin om iets op een grappige of bijzondere manier te zeggen.

   

Bijvoorbeeld: De juf deed de opdracht met hart en ziel.

De meest voorkomende spreekwoorden zijn:

- Achter de wolken schijnt de zon;

- De appel valt niet ver van de boom;

- Naar een speld in een hooiberg zoeken;

- De bloemetjes buiten zetten;

- Hoge bomen vangen veel wind;

- Het varkentje even wassen ;

- De kat uit de boom kijken;

- Met de kippen op stok gaan;

- Op handen dragen;

- Over de brug komen;

De meest voorkomende gezegdes zijn: 

• door de mand vallen 
• iets op je kerfstok hebben 
• op z’n dooie akkertje 
• appeltje-eitje 
• op díe fiets 

Wat is de opdracht?

Je krijgt een kleurplaat met allemaal spreekwoorden erop

Hoeveel kan jij er ontdekken?

Kleur de gevonden spreekwoorden in 

Hint: de spreekwoorden die we net hebben gehad, staan er ook op! 

Wat is de opdracht: 

Je gaat een spreekwoord of gezegde uitbeelden. 

Hoe gaan we dit doen?

- Je zoekt iemand uit met wie je de opdracht kan doen.

- Je kiest samen een spreekwoord of een gezegde uit die jullie willen uitbeelden.

- Je gaat op zoek naar voorwerpen die je hierbij kan gebruiken.

- Je hebt 20 minuten, maar denk eraan: 

Haastig spoed is zelden goed.

Presentatie

Van de uitgekozen spreekwoord of gezegde maak je een scene.

Zorg ervoor dat er een foto wordt gemaakt van je scene.

Deze foto komt op het digibord, je klasgenoten gaan het spreekwoord of gezegde herkennen.

Voorbeelden:

Vragen? 

Welk spreekwoord of gezegde  herken je? 

Wat heb je geleerd?

- Ik leer wat spreekwoorden en gezegdes zijn.

- Ik kan spreekwoorden en gezegdes herkennen.

- Ik kan een spreekwoord of gezegde uitbeelden.