1.6 Natuurwetenschappelijk onderzoek

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Thema 1: Inleiding in de biologie

1.6 Natuurwetenschappelijk onderzoek

• Je kunt verschillende typen en methoden van natuurwetenschappelijk onderzoek beschrijven.
• Je kunt een werkplan maken voor het uitvoeren van een natuurwetenschappelijk onderzoek.

Door natuurwetenschappelijk onderzoek te doen, probeert een bioloog vragen over verschijnselen die hij in de levende natuur waarneemt te beantwoorden.

Typen onderzoek

Hypothesetoetsend onderzoek: de onderzoeker bedenkt een methode om een hypothese te toetsen. Een hypothese is een mogelijke verklaring voor een waarneming van een verschijnsel of een mogelijk verband  tussen verschijnselen (gebaseerd op biologische kennis en ervaring). 

Een experiment (in laboratorium of veldsituatie):

• Experimenteergroep wordt blootgesteld aan te onderzoeken factor
• Controlegroep (blancoproef) wordt niet blootgesteld aan deze factor

De fasen van een (hypothesetoetsend) natuurwetenschappelijk onderzoek

Belangrijk:

Opbouw onderzoeksvraag

• Causaal verband aantonen: Wat is het effect van factor x (onafhankelijke variabele) op y (afhankelijke variabele)?
• Samenhang aantonen: Is er een verband tussen factor x en factor y?

-> Je mag maar één factor tegelijk onderzoeken, alle andere omstandigheden moeten gelijk zijn. Ook moeten de groepen uit grote aantallen bestaan, om zo betrouwbare resultaten te verkrijgen.  

Verslag

1. Titel
2. Inleiding: achtergrondinformatie natuurwetenschappelijk probleem + OZV en hypothese
3. Werkplan: materiaal + methode

• Materiaal: Wat heb je nodig om het onderzoek te kunnen uitvoeren?
• Methode: Welke factor onderzoek je? Met welk organisme voer je het experiment uit? Waarom dit organisme en hoeveel? Onder welke omstandigheden? Hoe zorg je ervoor dat andere factoren niet van invloed zijn?

4. Resultaten: op welke manier ga je de resultaten meten en weergeven?

5. Conclusie: interpretatie resultaten + bevestiging/verwerping hypothese

6. Discussie: kritische blik

7. Bronnen

=

correlatie

causaal verband?

Het huiswerk:

1.6

Bestudeer blz. 60 t/m 69.

Maken + nakijken opdr. 104 t/m 108.