2.3 De regering en de volksvertegenwoordiging

2.3 De regering en de volksvertegenwoordiging
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

2.3 De regering en de volksvertegenwoordiging

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet hoe de Tweede Kamer werkt.

  • Je kan uitleggen hoe de regering wordt gevormd.

  • Je weet hoe de regering en het parlement tegenwoordig samenwerken.

  • Je kan uitleggen hoe burgers invloed hebben op de landelijke politiek.




Slide 2 - Slide

Confessionelen
Liberalen
Conservatieven
Socialisten
Communisten
Feministen
Mensen die veel vanuit het geloof willen
Mensen die het graag bij het oude vertrouwde houden
Mensen die graag meer inspraak willen
Vrouwen die gelijke rechten willen
Mensen die willen dat de overheid iedereen helpt / meer gelijkheid
Mensen die volledige gelijkheid willen. De overheid controleert alles

Slide 3 - Drag question

Stemmen / Stemrecht
  • Elke Nederland van 18+ heeft kies/stemrecht

  • Elke 4 jaar stemmen op de
    150 leden van de Tweede Kamer

  • Je kan stemmen (actief stemrecht)
  • Of gekozen worden (passief stemrecht) 

Slide 4 - Slide

Fracties
  • Hoe meer stemmen --> Hoe meer leden in de Tweede Kamer




  • Alle mensen in de Tweede kamer van een partij: fractie
  • De Tweede Kamer heeft dus meerdere fracties

Slide 5 - Slide

De regering en Tweede Kamer
  • De regering zijn alle ministers
    + de koning


  • De Tweede Kamer controleert de regering
  • Alleen met een meerderheid in de Tweede Kamer mag een wet worden aangenomen

Slide 6 - Slide

Regeringspartijen
  • Partij met de meeste stemmen mag de regering bepalen

  • Samenwerking met andere partijen: regeringspartijen
    - Moet een meerderheid zijn en dus 75+ leden

  • De oppositiepartijen kunnen wetten niet tegenhouden maar wel kritiek hierop leveren

Slide 7 - Slide

Formatie
  • Om een regering te krijgen gaan partijen overleggen
    - Maandenlang overleg over partij ideeën en programma's
  • Deze gesprekken: formatie

  • Afspraken over 4 jaar tijd
  • Welke ministers aanwijzen

Slide 8 - Slide

Minister-president
  • Belangrijkste is de minister-president of premier
  • Meestal van de grootste partij


  • Ministers zijn verantwoordelijk voor 1 onderwerp:
    - Bijv. onderwijs, defensie, landbouw
  • Soms ondersteuning door staatssecretarissen

Slide 9 - Slide

Huiswerk
Paragraaf 2.3
Maken: Opdracht 1 t/m leerstof 3

Slide 10 - Slide

2.3 De regering en de volksvertegenwoordiging

Slide 11 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet hoe de Tweede Kamer werkt.

  • Je kan uitleggen hoe de regering wordt gevormd.

  • Je weet hoe de regering en het parlement tegenwoordig samenwerken.

  • Je kan uitleggen hoe burgers invloed hebben op de landelijke politiek.




Slide 12 - Slide

Wie heeft de meeste macht in Nederland?
A
De koning
B
De staatssecretaris
C
De minister-president
D
De fractie

Slide 13 - Quiz

Confessionelen
Liberalen
Conservatieven
Socialisten
Communisten
Feministen
Mensen die veel vanuit het geloof willen
Mensen die het graag bij het oude vertrouwde houden
Mensen die graag meer inspraak willen
Vrouwen die gelijke rechten willen
Mensen die willen dat de overheid iedereen helpt / meer gelijkheid
Mensen die volledige gelijkheid willen. De overheid controleert alles

Slide 14 - Drag question

Kabinet
  • Alle ministers en staatssecretarissen: het kabinet
    - Besturen in principe het land, passen wetten aan
  • Pas iets aanpassen als:
  1. De Tweede Kamer het goedkeurd
  2. De Eerste Kamer het goedkeurd
  3. Koning het goedkeurd

Slide 15 - Slide

Burgerinitiatief
  • Ook buiten verkiezingen heb je invloed: Burgerinitiatief

  • Inzamelen van handtekeningen
    - Bij 40.000 of meer MOET de Tweede Kamer opnieuw overleggen

  • Social media / radio / tv / krant ook veel invloed op keuzes

Slide 16 - Slide

Huiswerk
Paragraaf 2.3
Maken: Opdracht 1 t/m samenvatting

Slide 17 - Slide