This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Psychiatrie les 4
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Je kunt vertellen wat een psychose is
Je kunt vertellen wat wanen en hallucinaties zijn
Slide 2 - Slide
Lesplanning
Vorige les herhalen m.b.v. een quiz
Psychose
Hallucinaties
Wanen
Lesevaluatie
Huiswerk + filmpjes
Slide 3 - Slide
Vorige les
Slide 4 - Slide
Een Risicofactor voor de draaglast is:
A
Hoge intelligentie
B
steunend netwerk (buren, familie)
C
Trauma's
D
positief zelfbeeld
Slide 5 - Quiz
Jamila is verslavingsgevoelig. Dit is een risicofactor op:
A
Microniveau
B
Mesoniveau
C
Macroniveau
Slide 6 - Quiz
Sil heeft een goede opleiding. Dit is een beschermende factor op:
A
macroniveau
B
microniveau
C
mesoniveau
D
geen van allen
Slide 7 - Quiz
Mees heeft veel steun aan zijn buurvrouw. Dit is een beschermende factor op het:
A
microniveau
B
macroniveau
C
mesoniveau
D
geen van allen
Slide 8 - Quiz
Mo groeit op in een criminele buurt.
A
Dit is een risicofactor op macroniveau
B
Dit is een beschermende factor op macroniveau
C
Dit is een beschermende factor op mesoniveau
D
Dit is een risicofactor op mesoniveau
Slide 9 - Quiz
Eef heeft een positief zelfbeeld
A
Dit is een beschermende factor op microniveau
B
Dit is een beschermende factor op mesoniveau
C
Dit is een risicofactor op microniveau
D
Dit is een risicofactor op macroniveau
Slide 10 - Quiz
Wat is een psychose?
Welke symptomen worden genoemd bij een psychose?
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Video
Welke symptomen passen bij een psychose?
Slide 14 - Open question
Psychose
Een psychose is een toestand waarbij iemand zijn grip op de realiteit kwijt is. Hij ziet of hoort soms dingen die er niet zijn (hallucinaties) en is overtuigd van bepaalde ideeën die niet kloppen (wanen)
Slide 15 - Slide
Belangrijke kenmerken van een psychose....
Slide 16 - Slide
Hallucinaties en Wanen
Slide 17 - Slide
Opdracht 10
a) Zoek uit wat een hallucinatie is en beschrijf dit in je eigen woorden.
b) Zoek uit wat een waan is en beschrijf dit ook in je eigen woorden.
c) Wat is het verschil tussen een hallucinatie en een waan?
jaloersheidswaan De overeenkomst is dat iemand verkeerde conclusies verbindt aan gebeurtenissen
Slide 21 - Slide
Omgaan met wanen
In discussie gaan over het waarheidsgehalte van een waan is niet helpend, dit levert vooral ruzie op. Door vertrouwen te winnen en vooral te luisteren naar iemands verhaal en beleving kun je iemand overtuigen om hulp te vragen.
Slide 22 - Slide
Aan het (huis)werk
Lezen blz. 14 t/m 17
Opdrachten: 10 (gemaakt in de les) & 11
De filmpjes voor opdr. 11 staan op de volgende slides