geschiedenis kiesrecht groep 8

• Geschiedenis
• Basisschool
• Groep 8

Brandaan thema 8 

Thema 8: Het volk krijgt een stem.

Les 4 

Toen Napoleon verslagen was, werd Willem I ............ van het Koninkrijk der Nederlanden.

1. koning
2. stadhouder
3. burgemeester
4. minister president

Willem I benoemde zelf zijn .........

1. grondwet
2. ministers
3. wetten
4. parlement

Er was een Belgisch ........ dat meepraatte over beslissingen.

1. bestuur
2. parlement
3. ministerraad

Daar zaten vooral ........ in.

1. arbeiders
2. mensen van adel
3. rijken
4. vrienden van Willem I

Willem I bepaalde zelf hoe het land (1) werd. Vooral (2) waren daar ontevreden over. Zij betaalden veel (3).Maar ze hadden geen (4).

Schrijf de cijfers 1 t/m 4 op en kies uit:
belasting - bestuurd - ingedeeld - inspraak - ministers - rijke burgers

Stond het in de herschreven wet van Thorbecke?Sleep de zin naar het juiste vak.

JA

NEE

Alle mannen die belasting betalen, krijgen voortaan kiesrecht.

Alle volwassenen mogen voortaan stemmen bij verkiezingen.

De koning krijgt minder macht, voortaan regeren de ministers.

Ministers bepalen voortaan wie er in het parlement komt.

Wie deed de uitspraak? Sleep de uitspraken naar de juiste vakken.

confessioneel

socialist

liberaal

Ik wil dat de arbeiders ook een fatsoenlijk loon krijgen.

Ik wil dat de Bijbel in de klas gelezen wordt.

Ik wil zelf bepalen hoe ik handel drijf.

Ik vind dat de regering moet betalen voor de school van mijn kinderen.

Waarom waren de liberalen tegen gratis christelijk onderwijs?

1. Zij dachten dat godsdienstles ten koste ging van taal en rekenen
2. Zij vonden dat er al goed en gratis openbaar onderwijs was voor iedereen.
3. Zij waren tegen het christelijke geloof en de Bijbel.
4. Zij waren zelf niet katholiek of protestants opgevoed.

Confessionelen en socialisten voerden de schoolstrijd.

1. waar
2. niet waar

De vakbond was een politieke partij van de socialisten.

1. waar
2. niet waar

Liberalen, confessionelen en socialisten richtten eigen politieke partijen op.

1. waar
2. niet waar

Liberalen wilden veel vrijheid, zodat ze makkelijk handel konden drijven.

1. waar
2. niet waar

Wie kregen het eerste kiesrecht en wie daarna? Zet de groepen in de juiste, chronologische volgorde van 1 naar 3.

1

2

3

arbeiders en vrouwen

mannen vanaf 25 jaar die belasting betaalden

rijke heren die veel belasting betaalden

Welke twee uitspraken zouden van Aletta Jacobs kunnen zijn geweest?

1. Meer huishoudtaken voor de vrouw!
2. Studeren: ook voor vrouwen!
3. Voor vrouwenkiesrecht!
4. Vrouwenmode: Ja!

Welke rechten hadden mannen en welke rechten hadden vrouwen net na 1919?

bankzaken doen

eigen bedrijf beginnen

over eigen geld beslissen

stemmen bij verkiezingen

Wat kun je met een tijdbalk laten zien?

1. De chronologische volgorde van gebeurtenissen.
2. De politieke ideeën van een groep mensen.
3. Hoe het dagelijks leven er vroeger uitzag.