H. 10.3 Sterke spieren deel 1

1 / 23
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Doel van deze les:
We gaan leren wat trek en buigspieren zijn, wat antagonisten zijn en hoe een spier opgebouwd is.

Slide 2 - Slide

Sterke spieren

Slide 3 - Slide

Hoe werken je spieren?

Als je vlees eet, dan eet je vooral...

Slide 4 - Slide

Spierweefsel

Slide 5 - Slide

Spieren bestaan uit een groot aantal spiercellen, die spiercellen heten spiervezels

Slide 6 - Slide

Hoeveel spieren hebben wij ongeveer in ons lichaam?
A
20
B
600
C
1000
D
10.000

Slide 7 - Quiz

Spiervezels zitten in groepjes bij elkaar in spierbundels

Slide 8 - Slide

Benoem de onderdelen van de spier, sleep de woorden naar de juiste plek.
Spiervezel
Spiervezelbundel
Pees
Spier

Slide 9 - Drag question

Om de spierbundel zit 
een taai  vlies

Slide 10 - Slide

Spiervezels worden korter als ze samentrekken

de hele spier wordt korter

Slide 11 - Slide

De pezen trekken dan aan het bot waar ze aan vast zitten.
Hoe meer spiervezels samentrekken, hoe meer kracht de spier oplevert.

Slide 12 - Slide

Hoe buig en strek je een arm?

Slide 13 - Slide


Om de arm te buigen moet je:
A
de biceps aanspannen
B
de triceps aanspannen
C
de biceps ontspannen
D
de biceps en de triceps aanspannen

Slide 14 - Quiz

Aan de voorkant van de bovenarm zit de armbuigspier:
Biceps

Slide 15 - Slide

Welke spier is
de buigspier?
A
P
B
Q

Slide 16 - Quiz

Deze zit met twee pezen aan het schouderblad vast
Bij de elleboog zit de armbuigspier met een pees aan het spaakbeen vast

Slide 17 - Slide

Kies het juist antwoord:
"Hoe heet het bot dat aan de kant van de pink zit in de arm?"
A
Opperarmbeen
B
Spaakbeen
C
Ellepijp

Slide 18 - Quiz

Een spier kan alleen maar samentrekken.
Om de spier te ontspannen, heb je een andere spier nodig
Armtrekspier= Triceps

Slide 19 - Slide

Spieren die in tegengestelde richting werken heten

antagonisten

Slide 20 - Slide

Bij elke beweging heb je een antagonist nodig

Je gebruikt dus altijd strekspieren en buigspieren

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Huiswerk:
10.3 vraag 1 t/m 11

Slide 23 - Slide