Les 9 H18

Les 9 H18
1 / 49
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 9 H18

Slide 1 - Slide

Programma


1. Inleiding
2. Uitleg (kort)
3. Aan de slag
4. Slot


Slide 2 - Slide

proefstuderen
Wie heeft al proefgestudeerd?

Wat heb je gedaan?

Welke beeld heb je van de opleiding?

Raad je anderen aan om op proef te gaan?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

boer
inkomen van de een
visser
uitgaven van de ander

Slide 5 - Slide

W = C + I + O + (E-M)
(uitgaven/ bestedingen/ productie)
Y = C + S + B
(inkomen)

Hoeveel Big Macs kun je kopen?

NL (EUR 3,50 / 3,80 USD)

(Billy kast van IKEA)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

De overheid (nader toegelicht)
Taken overheid:
  1. collectieve goederen (defensie, dijken)
  2. quasi collectieve goederen (ziekenhuizen, scholen)
  3. inkomensoverdrachten (uitkeringen, toeslagen, etc)

1 en 2: overheidsbestedingen (O)
3. inkomensoverdrachten
1, 2 en 3: overheidsuitgaven

Slide 8 - Slide

Overheid
  • Belasting betalen over inkomen (B)
  • Overheid besteedt geld (O), dit komt bij ondernemingen terecht
  • Overheid betaalt geld aan ambtenaren (huishoudens, Yov)
  • Inkomensoverdrachten doen niet mee

Y = W (inkomen = productie)
W = C + I + + (E-M)
Y = C + S + B
(S-I) = (O-B) of (S-I) + (B-O) = 0

Slide 9 - Slide

Overheid komt er bij!
W = C + I + O (bestedingen/ productie) +(E-M)

Y = C + S + B (inkomen, hoe geef je het uit)

Y = W

Wat kun je als overheid het meest effectief doen om de productie te verhogen (en daarmee werkgelegenheid):
B omlaag  of O omhoog?


Slide 10 - Slide

Quiz

Slide 11 - Slide

Wat is waar?
A
De inkomsten van de ander zijn de uitgaven van de ander
B
De uitgaven van de een zijn de inkomsten van de ander

Slide 12 - Quiz

Wat is juist?
A
Y = C + I + O
B
Y = C + S + O
C
Y = C + I+ B

Slide 13 - Quiz

In een economie met alleen huishoudens en ondernemingen geldt:
A
I = S
B
S-I = 0
C
C+S = C + I
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 14 - Quiz

Een tekort van de overheid, kun je zo omschrijven
A
B > O
B
B-O = 0
C
B < O
D
B = O

Slide 15 - Quiz

Als je de belastingen verlaagt gaat altijd de Consumptie omhoog en groeit de economie
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Als de overheidsuitgaven toenemen, gaat de economie altijd groeien
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Wat is juist?
A
spaarsaldo van de private markt is gelijk aan: (S-I)
B
spaarsaldo van de overheid is gelijk aan (B-O)
C
Een tekort van de overheid wordt gefinancierd door een overschot in de particuliere sector
D
alles is juist

Slide 18 - Quiz

Wat betekent...
(B - O)

Als B > O.... begrotings...
Als B < O .... begrotings...

Slide 19 - Slide

Cijfer van vandaag
€ 335
  •  € 335 per seconde groeit de staatsschuld.
  • 466 mld totale schuld (opgebouwd over jaren)
  • ca. € 26.000 p.p.
  • 66% BBP


Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Overheid komt er bij!
Y = C + I + O

Y = C + S + B



(S-I) + (B-O) = 0

Slide 22 - Slide

Quiz
vorige les: quiz gedaan

Slide 23 - Slide

aan de slag

18.17 (in duo's samen)
10 minuten

erna klassikaal nakijken

Al gedaan? maak 18.19!


Slide 24 - Slide

aan de slag (voor de liefhebbers)

18.17 en 18.18 (in duo's samen)
10 minuten erna klassikaal nakijken


Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

opbouw doornemen klassikaal

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Les 9 H18

Slide 33 - Slide

Programma


1. Inleiding
2. Uitleg (kort)
3. Aan de slag
4. Slot


Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video

We kopen producten uit het buitenland (smartphones) en het buitenland koopt producten uit NL

Slide 37 - Slide

Geldstroom (niet de goederenstroom!)
Export (E): producten gaan het land uit, betalingen gaan: ....

Import (M): producten komen het land in, betalingen gaan: ...

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Video

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

aan de slag

18.23 (samen)


Slide 44 - Slide

aan de slag (voor de liefhebbers)

18.17 en 18.18 (in duo's samen)
10 minuten erna klassikaal nakijken


Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

slot
Wat heb je geleerd?


Slide 48 - Slide

Cijfer van vandaag
5.500
  • aantal faillisementen in 2016 (verwachting)
  • minder dan vorig jaar (piek in 2013: 9.341)
  • Wel veel grote ondernemingen (V&D, Macintosh, DA)

Slide 49 - Slide