Mens en Gezondheid Test je kennis 2

1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startklaar
  • Welkom Klas! 
  • Ga allemaal op je plek zitten. 
timer
3:00

Slide 2 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Wat heb jij onthouden van de vorige les?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Quizz

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Mineralen zijn ook bouwstoffen
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

De voedingsstoffen kun je in drie groepen verdelen. Welke hoort er niet bij ?
A
energierijke stoffen
B
bouwstoffen
C
concentratie stoffen
D
beschermende stoffen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

koolhydraten zijn:
A
energierijke stoffen [brandstoffen]
B
bouwstoffen
C
beschermende stoffen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Welke voedingsstoffen houden je gezond en bescherm je tegen ziektes?
A
vetten
B
vitamines
C
mineralen
D
koolhydraten

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

zetmeel en suiker zijn:
A
koolhydraten
B
vetten
C
mineralen
D
eiwitten

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Vlees bevat vooral
A
Eiwitten, vetten en mineralen
B
Eiwitten en vetten
C
Koolhydraten en vetten
D
Koolhydraten en mineralen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de basis van een gezonde voeding ?
A
Veel koolhydraten
B
Variatie
C
Geen vlees eten
D
Veel groente eten

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voedingsmiddel?
A
Koolhydraten, vetten en eiwitten
B
Fruit en groente
C
Mineralen, vitaminen en water
D
Alles wat je eet en drinkt

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Je voelt je steeds moe en je bent snel verkouden. Welke voedingsstof heb je nodig?
A
eiwitten
B
vitaminen
C
koolhydraten
D
mineralen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

eiwitten zijn:
A
energierijke stoffen [brandstoffen]
B
bouwstoffen
C
beschermende stoffen

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Mineralen zijn ook bouwstoffen
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Lekker die tussendoortjes. Wat is er zo schadelijk aan ?
A
Je wordt er dik van
B
Door al die suikers krijg je gaatjes in je tanden
C
Er zitten te weinig beschermende stoffen in
D
Je krijgt te weinig bouwstoffen binnen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

De voedingsstoffen kun je in drie groepen verdelen. Welke hoort er niet bij ?
A
energierijke stoffen
B
bouwstoffen
C
concentratie stoffen
D
beschermende stoffen

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Je leeft heel gezond.
Welk antwoord past hier niet bij?
A
je eet 3 keer per dag
B
je eet gevarieerd
C
je drinkt vaak energiedrankjes voor extra energie
D
je houdt je aan de schijf van vijf

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions


Wat is de functie van maagsap?
A
Verteren van eiwitten
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
Verteren van koolhydraten
D
Het maagzuur helpen

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Kun je voedingsvezels goed verteren?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is gezonder voor de mens, verzadigde vetten of onverzadigde vetten?
A
Verzadigde vetten
B
Onverzadigde vetten

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

THT: Ten minste Houdbaar Tot
Tot welke datum de producent de kwaliteit van het product garandeert.
A
Een blik knakworstjes
B
Sla
C
Vlees
D
water

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

TGT: Te Gebruiken Tot
Bederfelijke producten moet je meestal koel bewaren, meestal maximaal 5 dagen
A
Vlees en melk
B
Bruine bonen
C
broccoli
D
margarine

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Karin zegt: Verzadigde vetten zijn gezonder dan onverzadigde vetten
Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Energie wordt in je lichaam o.a gebruikt voor het op peil houden van de lichaamstemperatuur.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

In welke twee vakken komen voedingsmiddelen voor die rijk zijn aan voedingsvezel?
A
Vak met groenten en fruiten en Brood en granen
B
Vak met groenten en fruit en vak met vis en kip etc.
C
Vak met melk, boter en olie en vak met vis en kip etc.
D
Vak met groenten en fruit en vak met melk, boter en olie.

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Tot welk vak behoort welk vak behoort spaghetti?
A
Het vak met Brood en granen etc.
B
Het vak met groente en fruit
C
Het vak met zuivelproducten
D
Het vak met vis, kip en vlees etc.

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

In welk vak van de
schijf van vijf
staat bloemkool?
A
Blauw
B
Groen
C
Oranje
D
Rose en Geel

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

In de Schijf van Vijf staan producten die je eet en drinkt voor een gezonde levensstijl
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de schijf van 5?
A
5 vakken met minder goede producten waar je niets uit mag nemen
B
5 vakken met alleen maar vette dingen waar je 1 keer per week iets uit mag kiezen
C
5 vakken vol goede producten waar je ieder dag iets uit kiest. Uit het ene vak wat meer dan het andere
D
5 vakken met goede en minder goede producten door elkaar Je kiest zelf de goede producten

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

In welk vak van de
schijf van vijf
zit veel zetmeel?
A
Blauw
B
Groen
C
Oranje
D
Rose en Geel

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Hoe zorg je voor een gezond dieet volgens de schijf van vijf?
A
Eet elke dag uit elk vak evenveel
B
Eet elke dag uit alle vakken iets, in de juiste verhouding
C
Eet vooral groente en fruit
D
Eet weinig ongezonde dingen

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

In welke voedingsmiddelen
zitten vooral veel koolhydraten?
A
B
C
D

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Ben je blij met het resultaat?
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll

This item has no instructions