Aan het eind van de les kan/weet ik...
- de drie Duitse lidwoorden benoemen.
- wat een bepaald en onbepaald lidwoord is.
- wanneer ik 'der', 'die' of 'das' moet gebruiken en kan hier van elk minimaal twee voorbeelden van geven.
- in het Duits schriftelijk groeten.
- in het Duits opschrijven 'mijn naam is...'