§3.4 El Niño - zuidelijke oscillatie
1 / 31
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Twee beweringen:
1. Een koude zeestroom is altijd kouder dan een warme zeestroom
2. Een koude zeestroom blijft of ontstaat op lage breedte
1. Een koude zeestroom is altijd kouder dan een warme zeestroom
2. Een koude zeestroom blijft of ontstaat op lage breedte
A
beide beweringen zijn juist
B
beide beweringen zijn onjuist
C
bewering 1 is juist,
2 onjuist
D
bewering 1 is onjuist,
2 juist
Slide 4 - Quiz
Wat drijft de thermohaliene circulatie aan?
A
convectiestromen
B
de wind
C
verschillen in zoutgehalte en temperatuur van het zeewater
D
verschillen in zoutgehalte van het zeewater
Slide 5 - Quiz
De werking van de diepwaterpomp heeft te maken met ...
A
de ITCZ
B
de Wet van Buys Ballot
C
de thermohaliene circulatie
D
de atmosferische circulatie
Slide 6 - Quiz
Twee beweringen:
1. De atmosferische en oceanische circulatie zorgen samen voor de herverdeling van de warmte op aarde
2. Een diepwaterpomp is een proces waarbij koud en zoutwater zinkt, hetgeen de thermohaliene circulatie aandrijft
1. De atmosferische en oceanische circulatie zorgen samen voor de herverdeling van de warmte op aarde
2. Een diepwaterpomp is een proces waarbij koud en zoutwater zinkt, hetgeen de thermohaliene circulatie aandrijft
A
beide beweringen zijn juist
B
beide beweringen zijn onjuist
C
bewering 1 is juist,
2 onjuist
D
bewering 1 is onjuist,
2 juist
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Welk antwoord klopt?
Tijdens een normale situatie ligt er ...
Tijdens een normale situatie ligt er ...
A
een hogedrukgebied bij Peru, een lagedrukgebied bij Australië
B
een lagedrukgebied bij Peru, een hogedrukgebied bij Australië
Slide 10 - Quiz
2 beweringen:
1. La Niña heeft als positief effect, veel neerslag in Azië en koel water bij Peru,
als negatief effect veel overstromingen in Australië en veel orkanen in de Atlantische Oceaan
2. La Niña zorgt over het algemeen voor een opwarmend effect op de aarde
1. La Niña heeft als positief effect, veel neerslag in Azië en koel water bij Peru,
als negatief effect veel overstromingen in Australië en veel orkanen in de Atlantische Oceaan
2. La Niña zorgt over het algemeen voor een opwarmend effect op de aarde
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist,
2 onjuist
D
Bewering 2 is juist,
1 onjuist
Slide 11 - Quiz
De El Niño uit de jaren 90 zorgde er vooral voor dat gebieden als Indonesië te maken kregen met bosbranden, terwijl in Peru er veel overstromingen waren
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quiz
Waarom stierf veel koraalrif af tijdens de El Niño van 2015-2016?
