Grammatica zinsdelen hst.2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom!

1. Je legt je boek en je schrift alvast klaar op je tafel.

2. Je mag lekker 5-10 min. lezen.

Wat heb je nodig?

- Lesboek & oefenboek;

- Schrift;

- Leesboek;

- Etui.

Wat gaan we doen?

-Welkom!

- Voorlezen

- Paragraaf grammatica zinsdelen hst 2

- Zelfst.werken aan opdrachten

-Afsluiting

Wat gaan we doen?

-Welkom!

- voorlezen

- nakijken huiswerk

- oefenen met opdrachten

- serviceteam aankomende week

Lesdoel

Aan het eind van deze paragraaf kan/weet je:

• het onderwerp van een zin vinden. 
• Je hebt zelfstandig het huiswerk nagekeken.
• je hebt de oefeningen in je oefenboek gemaakt.
• Rustig en geconcentreerd gewerkt.
  

Lesdoel

Aan het eind van deze paragraaf kan/weet je:

• een omschrijving van een woord in de tekst vinden.
• woordraadstrategieën gebruiken om de betekenis van een onbekend woord te vinden. 
• Je hebt zelfstandig alle opdrachten van deze paragraaf gemaakt en deze staat goed in je schrift.
• Rustig en geconcentreerd gewerkt.
  

Onderwerp

Elke zin heeft een onderwerp. Het onderwerp en de persoonsvorm horen altijd bij elkaar!

Zo vind je het onderwerp:

• Zoek de persoonsvorm;
• Vraag: Wie (soms wat) + pv.
• Het antwoord op die vraag is het onderwerp.

Doen...

• Zoek op bladzijde 63.
• Pak je huiswerk erbij, zodat je goed mee kunt doen met nakijken.

Rood: je mag alleen en stil werken

Oranje: je mag samen zachtjes fluisteren

Groen: je mag praten en samenwerken.

Doen...

• Zoek op bladzijde 27 in je oefenboek.
• Maak opdracht 1 t/m 4 in je oefenboek (tot blz. 29).
• Als je klaar bent, mag je gaan lezen of oefen met de quizlet-app.

Rood: je mag alleen en stil werken

Oranje: je mag samen zachtjes fluisteren

Groen: je mag praten en samenwerken.

Doen...

• Zoek op bladzijde 58/59.
• Jemaakt opdracht 3,4, 5 en 6.
• Als je klaar bent maak je in je oefenboek opdr. 1 t/m 8 op blz.25 t/m 27.
• Als je geen oefenboek hebt, ga je lezen

Rood: je mag alleen en stil werken

Oranje: je mag samen zachtjes fluisteren

Groen: je mag praten en samenwerken.

Mijn moeder en vader zijn erg gelukkig samen.

1. zijn
2. mijn moeder en vader
3. samen

Romy bewaart de bestanden op een usb-stick

1. bestanden
2. Romy
3. usb-stick
4. bewaart

Aanstaand weekend ga ik met mijn buurjongen naar Arnhem

1. ik
2. aanstaand weekend
3. met mijn buurjongen
4. Arnhem

Evaluatie

Wat ging goed? Kun je een positief punt noemen?

SO Woordenschat hst.2

Wanneer: dinsdag 22 januari, 5e lesuur

Wat: paragraaf woordenschat. Je leert blz. 58 t/m 60. Je kunt de quizlet-app gebruiken om te oefenen.