Intra musculair injecteren

Intra musculair injecteren
1 / 24
next
Slide 1: Slide
SkillsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Intra musculair injecteren

Slide 1 - Slide

Leerdoel van deze les
Je kunt de verpleegtechnische handeling 'toedienen van een intramusculaire injectie' zelfstandig uitvoeren volgens het protocol.

Slide 2 - Slide

Stukje theorie
Parenterale toediening:
Para -> Naast
Enteron -> Ingewand
Hier kunnen een aantal redenen voor zijn:
- Maag-darmstelsel van de zorgvrager werkt niet goed
- Het medicijn wordt in het maag-darmstelsel afgebroken
- Medicijn moet snel in de bloedbaan komen

Slide 3 - Slide

Stukje theorie
I.M. is de afkorting voor intramusculair
Intra -> In, binnen
Musculus -> Spier

Slide 4 - Slide

Stukje theorie
Indicaties intramusculaire toediening:

- Medicijn kan niet door het maag-darmstelsel worden opgenomen
- Maag-darmstelsel functioneert niet (optimaal)
- Zorgvrager is door een aandoening niet in staat om medicijnen op een andere manier in te nemen
- Constante bloedspiegel van het medicijn is nodig
- Medicijn moet snel werken, spieren bevatten veel bloedvaten, hierdoor word het medicijn snel in de bloedbaan opgenomen
- Medicijn staat er om bekend dat het goed word opgenomen in de spier
- Sommige medicijnen leiden tot irritatie wanneer zij subductis geïnjecteerd worden
- Maximale hoeveelheid medicatie die je mag toedienen is groter dan bij een subcutane injectie

Slide 5 - Slide

Waar prik je?
Intramusculair:

2. Buitenkant bovenarm/armspier
6. Boven/buitenkant van het bovenbeen/dijbeenspier
8. Boven/buitenkant van de billen/bilspier

Slide 6 - Slide

Filmpje intramusculair toedienen - loodrechttechniek

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Hoeveel ml vloeistof mag er i.m. gegeven worden
via de musculus gluteus medius?

Slide 9 - Open question

Hoeveel ml vloeistof mag er i.m. gegeven worden
via de musculus gluteus maximus?

Slide 10 - Open question

Hoeveel ml vloeistof mag er i.m. gegeven worden
via de musculus vastus lateralis?

Slide 11 - Open question

Hoeveel ml vloeistof mag er i.m. gegeven worden
via de musculus deltoideus?

Slide 12 - Open question

Snelle quiz...
.

Slide 13 - Slide

Sari heeft de opdracht gekregen een injectie te geven in het bovenbeen van meneer Reuvers. Meneer heeft botkanker en zijn linkerbeen is recentelijk een aantal keer bestraald. De afgelopen dagen heeft hij al een aantal injecties in zijn rechterbovenbeen gehad.
A
De injectie mag in beide bovenbenen gegeven worden.
B
De injectie mag alleen in het rechterbovenbeen (waarin al is geïnjecteerd) gegeven worden.
C
De injectie mag alleen in het linkerbovenbeen (dat bestraald is) gegeven worden.
D
De injectie mag in geen van de bovenbenen gegeven worden.

Slide 14 - Quiz

Injecteren in een spier kan pijnlijk zijn.
Wat kun je doen om de pijn zo veel mogelijk te beperken?
A
Spuit de vloeistof langzaam in om ervoor te zorgen dat de medicatie beter verdeeld wordt.
B
Breng de naald langzaam in om een schrikreactie van de zorgvrager te voorkomen.
C
Gebruik een zo dik mogelijke naald om de druk tijdens het inspuiten te verminderen.
D
Houd de naald tijdens het inspuiten aan de conus vast om bewegingen te voorkomen.

Slide 15 - Quiz

Robine vervangt haar collega Marinke, die ziek is. Ze heeft de opdracht gekregen om meneer van Boven een intramusculaire injectie toe te dienen. Voordat ze dat doet, controleert ze de identiteit van de zorgvrager. De zorgvrager heeft nog geen polsbandje om.
Om de identiteit van de zorgvrager te controleren vraag je naar zij:
A
Naam
B
Geboortedatum
C
Naam en geboortedatum
D
Naam of geboortedatum

Slide 16 - Quiz

Op de afbeelding zie je hoe een zorgprofessional een injectie toedient.
Welke bewering over de handeling die de zorgprofessional met de linkerhand uitvoert, is juist?
A
De handeling is juist en dient om de spuit te fixeren.
B
De handeling is juist en dient om de naald wat verder in de huid te drukken.
C
De handeling is onjuist, want deze beneemt het zicht op de naald en de insteekopening.

Slide 17 - Quiz

Maarten gaat mevrouw Liekens een injectie toedienen. In het protocol staat dat hij de injectieplaats bij haar moet desinfecteren.
Wanneer is het effect van een desinfectans het grootst?
A
Als je direct na het aanbrengen van het desinfectans de injectie geeft
B
Als je 5-10 seconden na het aanbrengen van het desinfectans de injectie geeft
C
Als je 15-20 seconden na het aanbrengen van het desinfectans de injectie geeft
D
Als je na het verdampen van het desinfectans de injectie geeft

Slide 18 - Quiz

Een van de plaatsen waar een intramusculaire injectie kan worden toegediend, is het bovenbeen. Je prikt dan in de musculus vastus lateralis.
In welk deel van het bovenbeen dien je deze injectie toe?
A
boven/buitenkant
B
boven/binnenkant
C
onder/buitenkant
D
onder/binnenkant

Slide 19 - Quiz

Zelf aan de slag

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Leerdoel van deze les
Je kunt de verpleegtechnische handeling 'toedienen van een intramusculaire injectie' zelfstandig uitvoeren volgens het protocol.

Slide 24 - Slide