THEORIE + OPDRACHTEN 6.2 WORTELVERBANDEN

LEERDOELEN
  • Ik kan het wortelverband herkennen.
  • Ik kan rekenen met een wortelformule.
  • Ik kan een verdeling maken bij de verticale as.
  • Ik kan een grafiek tekenen bij een wortelformule.
  • Ik weet dat de grafiek bij een wortelformule een vloeiende kromme (halve parabool) is.




1 / 27
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

LEERDOELEN
  • Ik kan het wortelverband herkennen.
  • Ik kan rekenen met een wortelformule.
  • Ik kan een verdeling maken bij de verticale as.
  • Ik kan een grafiek tekenen bij een wortelformule.
  • Ik weet dat de grafiek bij een wortelformule een vloeiende kromme (halve parabool) is.




Slide 1 - Slide

INSTRUCTIE LES 4  (par. 6.2)

Slide 2 - Slide

Wortelverbanden
Bekijk de formule.

Hierin is h de hoogte in meters en a de horizontale afstand in meters.
Er bestaat een wortelverband tussen de afstand a en de hoogte h
In de formule staat één van de variabelen onder het wortelteken. Daarom is het een wortelformule

Slide 3 - Slide

Wortelverbanden

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

QUIZ 3

AFSPRAAK:
- Gebruik je werkblad. 





Slide 6 - Slide

Zijde en oppervlakte
De zijde van een vierkant bereken je met de formule                                              .
Hierin is de zijde in centimeters en de oppervlakte in cm2.

Vul de tabel in. Rond indien nodig af op één decimaal.

Teken de grafiek op werkblad 1.

Slide 7 - Slide


A
Helemaal goed.
B
Half goed, maar begrijp mijn fouten wel.
C
Half fout en begrijp mijn fout niet.
D
Niet goed.

Slide 8 - Quiz

Wat voor een vorm krijg je als je de punten met een vloeiende lijn verbindt?
A
halve cirkel
B
ovaal
C
parabool
D
halve parabool op zijn kant

Slide 9 - Quiz

kijkafstand
Met heel helder weer kun je ver kijken.
Je gebruikt dan de formule                          .
Hierin is de kijkafstand in kilometers en de ooghoogte in meters.

Vul de tabel in. Rond indien nodig af op één decimaal.

Maak de verdeling op de verticale as en teken de grafiek.

Slide 10 - Slide


A
Helemaal goed.
B
Half goed, maar begrijp mijn fouten wel.
C
Half fout en begrijp mijn fout niet.
D
Niet goed.

Slide 11 - Quiz


Annemiek ziet de horizon op 9 km.
Lees uit de grafiek de ooghoogte van Annemiek af.


A
De ooghoogte van Annemieke is 6,5 m.
B
De ooghoogte van Annemieke is 5,5 m.
C
De ooghoogte van Annemieke is 6 m.
D
?

Slide 12 - Quiz



Sylvana staat op het strand. Het is heel helder weer. Haar ooghoogte is 1,60 m.
Op hoeveel kilometer ziet zij de horizon? Rond af op één decimaal.
Typ: getal-spatie-eenheid

Slide 13 - Open question

Schrijf de volledige berekening 
en het antwoord in een zin in je schrift 

Slide 14 - Slide



Haar broer Rik staat op een duin. Zijn ooghoogte is 15,30 m.
Op hoeveel kilometer ziet hij de horizon? Rond af op één decimaal.
Typ: getal-spatie-eenheid

Slide 15 - Open question

Schrijf de volledige berekening 
en het antwoord in een zin in je schrift.

Slide 16 - Slide

Rik zegt: ‘Als je twee keer zo hoog staat dan kun je twee keer zo ver kijken.’

✍Laat met een berekening in je schrift zien of dat klopt.
A
Rik heeft gelijk.
B
Rick heeft geen gelijk.
C
?

Slide 17 - Quiz

Voorbeeld van een berekening. 

Slide 18 - Slide


Slide 19 - Open question

Schrijf de volledige berekening
en het antwoord in een zin in je schrift.

Slide 20 - Slide


Kalf Herman
Om de hoogte van het kalf Herman tijdens zijn eerste jaar te berekenen gebruikt boer Gerrit de formule                                          . Hierin is de hoogte in centimeters en de leeftijd in maanden.


Vul de tabel in. Rond indien nodig af op hele centimeters.




Teken de grafiek . Maak zelf een verdeling bij de verticale as.

Slide 21 - Slide


A
Helemaal goed.
B
Half goed, maar begrijp mijn fouten wel.
C
Half fout en begrijp mijn fout niet.
D
Niet goed.

Slide 22 - Quiz

REMWEG
Gegeven is de formule

Vul de tabel in. Rond indien nodig af op één decimaal.
 Teken de grafiek .
 Maak zelf een verdeling bij de verticale as.

Slide 23 - Slide


A
Helemaal goed.
B
Half goed, maar begrijp mijn fouten wel.
C
Half fout en begrijp mijn fout niet.
D
Niet goed.

Slide 24 - Quiz

Op de grafiek ligt het punt (x, 7).
Lees uit de grafiek af wat de x-coördinaat van dit punt ongeveer is.

Slide 25 - Open question

REMWEG
Hoelang je erover doet om met een rijdende auto ot stilstand te komen, hangt af van je snelheid. Je kunt de remweg berekenen met de formule                            Hierin is de remweg in meters en de snelheid in m/s.

Vul de tabel in. Rond steeds af op één decimaal.

 Teken de grafiek .
 Maak zelf een verdeling bij de verticale as.

Slide 26 - Slide


A
Helemaal goed.
B
Half goed, maar begrijp mijn fouten wel.
C
Half fout en begrijp mijn fout niet.
D
Niet goed.

Slide 27 - Quiz