H2 - P3 - les 1 - 7.2 - spellingsregels

H3 - P1 - week 8 - les 2 - grammatica verwerken
Welkom
Nederlands
Mevrouw Takken
Aanwezig op: dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

H3 - P1 - week 8 - les 2 - grammatica verwerken
Welkom
Nederlands
Mevrouw Takken
Aanwezig op: dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag

Slide 1 - Slide

- Welkom
- stillezen
- 7.2 - spelling - samenstellingen



Doel:
- Je ziet uit welke woorden een samenstelling is opgebouwd
- Je weet hoe je een samenstelling vormt
- Je schrijft samenstellingen juist

Wat gaan we doen vandaag:

Slide 2 - Slide

Dagopening

Slide 3 - Slide

Stillezen
timer
15:00

Slide 4 - Slide

Samenstellingen
7.2 - Spellingsregels

Slide 5 - Slide

poot van een tafel = tafelpoot
hoed voor de zon = zonnehoed
flesje om uit te drinken = drinkflesje
soep van aspergers = aspergesoep
7.2 - Spellingsregels

Slide 6 - Slide

Samenstelling = twee woorden samenvoegen tot een nieuw woord.

Winkel + wagen = winkelwagen
Kapper + schaar  = kappersschaar
Boek + plank = boekenplank

Het laatste woord is de kern. 
Tussenletters in samenstellingen
Waarom soms aan elkaar, met een -(e)n-  ertussen en waarom soms met  -s- ertussen?

Slide 7 - Slide

Er komt altijd een -s- tussen twee woorden als je hem hoort. 
de kamer van een meisje = meisjeskamer
een jack om in te trainen = trainingsjack

Maar soms start het tweede woord met een s-.  
Dan hoor je het niet... 

vervang dan het tweede woord voor een woord dat niet met een s start:
meisje + school = Meisjesschool/ meisjeschool?

meisje + fiets =  meisjesfiets                 meisjesschool
Tussenletters in samenstellingen: -s-

Slide 8 - Slide

De -(e)n-  is moeilijker. 

In principe schrijf je hem altijd als het eerste deel een zelfstandig naamwoord is en een meervoud op -en heeft:
Artikel uit een krant = krantenartikel

Maar er zijn 6 uitzonderingen:
Tussenletters in samenstellingen: -(e)n-

Slide 9 - Slide

Je schrijft geen -(e)n- als het eerste deel:

  1. Geen zelfstandig naamwoord is (armelui)
  2. Geen meervoud heeft (benzinegeur)
  3. Alleen een meervoud op een -s heeft (douchebak)
  4. Meervoud op -s en -n heeft (giraffehals)
  5. Een versterkende betekenis heeft een de hele samenstelling is bijvoeglijk naamwoord (beresterk)
  6. uniek is (in Nederland/wereld) (maneschijn, zonneklaar, koninginnesoep
Uitzonderingen: -(e)n-

Slide 10 - Slide

Lange samenstellingen
7.2 - Spellingsregels

Slide 11 - Slide

lange samenstellingen
7.2 - Spellingsregels

Slide 12 - Slide

Samenstellingen
7.2 - Spellingsregels

Slide 13 - Slide

Hoe schrijf je deze samenstelling?
Snuit van een varken

Slide 14 - Open question

Hoe schrijf je deze samenstelling?
bed + goed

Slide 15 - Open question

Hoe schrijf je deze samenstelling?
iemand die snel huilt (huilen + balk)

Slide 16 - Open question

H7.3  - Taalverzorging 3 - Spelling

Wat ga je maken:
- Onderdeel C - spellingsregels - tot opdracht 6
- Onderdeel B - helemaal 

Wanneer maak je dit:
- Deze les, anders huiswerk donderdag


Hoe:
Zelf aan de slag


Aan de slag:

Slide 17 - Slide