MAW Toets samenvatting les 2

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Leren voor de toets?

• Intermezzo hoofdstuk 5-10

Achtergrond en inleiding op de hoofdstukken.

Proces van verandering

1. Plotselinge verandering (crisis)
2. Geleidelijke verandering
3. Langzame verandering

• Hoofdstuk 5 + 6 + 7

Hoofdstuk 5+6+7

5) Verandering in het welvaartsvraagstuk

6) Politieke verandering in het bindingsvraagstuk

7) Sociale verandering in het bindingsvraagstuk

5) Verandering in het welvaartsvraagstuk

Context: samenlevingsvormen (jager-verzamelaar naar landbouw)

Kernconcepten:

1. Samenwerking en conflict
2. Rationalisering

Theorie en Ideologie: zie gemaakte schema

Belangrijke begrippen:

- collectieve actie

- private en collectieve goederen

6) Politieke verandering in het bindingsvraagstuk

Context: veiligheid in de samenleving (watermanagement) 

Kernconcepten:

1. Macht
2. Politieke instituties
3. Staatsvorming

Theorie en Ideologie: zie gemaakte schema

Belangrijke begrippen:

- (soorten) machtsbronnen en (in)formele macht

- soevereiniteit

Wat verstaan we onder de
theorie van het pluralisme?

7) Sociale verandering in het bindingsvraagstuk

Enkele belangrijke vragen die hierover gesteld kunnen worden, zijn: 

- Hoe zijn mensen in een samenleving met elkaar verbonden? 

- Wat zorgt voor orde en samenhang in een samenleving? 

- Wat zijn mogelijke gevolgen als de sociale cohesie in een samenleving verandert?

7) Sociale verandering in het bindingsvraagstuk

Context: veiligheid in de samenleving (ontstaan staten en naties) 

Kernconcepten:

1. Sociale cohesie
2. Sociale instituties
3. Cultuur

Theorie en Ideologie: zie gemaakte schema

Belangrijke begrippen:

- natievorming

• Lees het stukje tekst Thierry Baudet

• Wat voor soort machtsbron geeft een verklaring voor het succes van Thierry Baudet als leider? Waar blijkt dat uit?

Thierry Baudet

 Hoe valt Baudets toenemende succes te verklaren? 

 “Onderschat niet de rol die zijn charisma speelt bij zijn succes. Socioloog Max Weber schreef over ‘charismatische autoriteit’. Dat is een type gezag gebaseerd op de persoon van een leidersfiguur, met een beetje messianistische trekjes. Denk aan Baudet die zegt dat hij Nederland wil redden van de verloedering van onze cultuur, dat sluit daarbij aan. Bij deze autoriteit is de uitstraling en erkenning van de leider belangrijker dan zijn programmapunten. Dat maakt het politiek instabiel: er worden geen maatschappelijke structuren gebouwd, enkel een emotionele band tussen de leider en zijn volgers.

Wat zeggen de moderne en
nationalistische school
over natievorming?

Vraagstukken (blz. 77-79)

1. Veranderingsvraagstuk (overkoepelend): de richting en het tempo van de ontwikkeling en de samenleving  en de mogelijkheden en onmogelijkheden deze te beïnvloeden
2. Welvaartsvraagstuk: hoe een samenleving haar bestaansvoorwaarde veiligstelt, hoe ze de productiefactoren verdeelt en hoe ze de reproductie regelt
3. Bindingsvraagstuk: de relatie en onderlinge afhankelijkheden tussen mensen, in een gezin of familie, tussen leden van een groep in de maatschappij en op het niveau van de staat 

1. Leg uit dat er sprake is van een conflict. Gebruik de definitie.

2. Je kan ook samenwerking herkennen. Leg uit

1. Leg aan de hand van deze tekst uit dat de Inuit (Eskimo) een rationele manier heeft gevonden om met de schaarste om te gaan

De VVD wil de verantwoordelijkheid nog lagen in de samenleving leggen. Niet bij de overheid, maar bij individuele burgers. Het voordeel: mensen die verantwoordelijkheid serieus nemen, benutten ook kansen. Hard werken en je talenten gebruiken wordt beloond. En uiteindelijk profiteert iedereen daar van. Ongelijkheid (macht, status) is niet meteen slecht.

1. Past het standpunt van de VVD over de verdeling van macht bij de liberale ideologie? Leg uit waarom wel/niet 

1. Noem een verschil tussen het hindoeïsme en de Islam dat genoemd wordt in de tekst. Maak passend gebruik van een element van cultuur.

  

2. In de tekst wordt een politieke institutie genoemd. Leg uit door gebruik te maken van een element van politieke institutie.

3. Modi is nationalistisch. Hoe zou een socialist reageren op deze partij? Leg uit aan de hand van kenmerken van het socialisme