B3: het Hart
1 / 31
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
nr 4
nr 8
rode bloedcellen
bloedplasma
vaste bestanddelen
water
Slide 3 - Drag question
Welke bloedcellen hebben geen celkern?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
rode bloedcellen en witte bloedcellen
D
witte bloedcellen en bloedplaatjes
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Video
Waarmee zou jij Barbapapa het
beste kunnen vergelijken?
beste kunnen vergelijken?
A
Rode bloedcel
B
Witte bloedcel
C
Bloedplaatje
D
Hemoglobine
Slide 6 - Quiz
Hoe heet het soort bloedvat waardoor bloed náár het hart toe stroomt?
A
Ader
B
Slagader
C
Haarvat
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Je ziet hier een afbeelding van het hart. Nummer 10 is ...
A
de rechter hartkamer
B
de rechter boezem
C
de linker hartkamer
D
de linkerboezem
Slide 15 - Quiz
Is het bloed dat de linker hartkamer binnenkomt zuurstofrijk of zuurstofarm?
A
Zuurstofrijk
B
Zuurstofarm
Slide 16 - Quiz
Zet de stappen van de hartslag in de goede volgorde:
1
2
3
Slide 17 - Drag question
Dankzij halvemaanvormige kleppen, stroomt bloed niet terug in de:
A
Boezems
B
Kamers
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Je ziet hier een afbeelding van het hart. Nummer 2 is ...
A
de rechter hartkamer
B
de rechter boezem
C
de linker hartkamer
D
de linkerboezem
Slide 21 - Quiz
Het hart pompt zuurstofrijk bloed in de:
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader
Slide 22 - Quiz
Dankzij hartkleppen stroomt bloed niet terug in de:
A
Boezems
B
Kamers
Slide 23 - Quiz
Het hart krijgt zelf zuurstofrijkbloed dankzij de:
A
Longader
B
Kransslagader
C
Kransader
D
Aorta
