Rekenen P1 les 2

Welkom bij Rekenen!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij Rekenen!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen (1)?

Voorbereiden op het reken examen!

Herhaling Thema Wonen - 2 lessen
Herhaling Thema Studie en Werk - 2 lessen
Herhaling Thema Vrije tijd - 2 lessen



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen (2)?


Na ieder thema volgt een toets over dat thema. 
Na herhaling van de 3 thema's en de 3 toetsen doen we een les Examenvoorbereiding en een les Oefenexamen. 

Als je een voldoende hebt voor het Oefenexamen en de toetsen zijn redelijk goed gegaan, meld ik je aan voor het doen van Examen.


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Examen gedaan? 

Een aantal van jullie heeft al examen gedaan. 
Daarvoor heb ik vrijstelling van onderwijstijd voorgesteld aan jullie SLB-er. 

Dat zal ik ook doen voor degen die in de loop van dit jaar het examen halen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Canvas

In Canvas staat welke opdrachten je moet maken
In canvas staat wanneer de toetsen zijn: 

Schrijf deze ook in je agenda: 
Toets: Thema Wonen: 26 september
Toets: Thema Studie en Werk: 24 oktober 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Fizz Buzz
De eerste speler begint te tellen, vanaf 1 omhoog.  
Met twee voorbehouden:
1. wanneer hij bij 5 is, of bij een veelvoud van 5  (10, 15, 20 enz.) zegt hij in plaats van het vijfvoud: Fizz! 
2. in plaats van 7, of een veelvoud van 7 (14, 21 enz.) zegt hij Buzz

De andere spelers houden in de gaten of hij zich aan deze regels houdt. Als hij een vergissing maakt is hij af. Het laatste getal wat goed was is zijn score!

De beurt is dan aan de volgende speler. Degene die de meeste punten heeft wint.  

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
- je herhaalt de theorie over rekenen met procenten.

- je oefent met het rekenen met procenten.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Theorie Procenten
Percentage van iets: 
1%  is 1/100 deel van het geheel = 0,01
5% is 5/100 deel van het geheel = 0,05
10% is 10/100 deel van het geheel = 0,1
50% is 50/100 deel van het geheel = 0,5 
200% is 200/100 deel van het geheel = 2

Wat is 15 % van 250 = hetzelfde als 0,15 x 250  




Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Theorie Procenten
Stappenplan percentage uitrekenen: 

Bedenk wat het totaal en wat het deel is.
Reken 1% van het totaal uit.
Reken uit hoe vaak 1% in het deel past.




Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Restaurant De Eetkamer heeft op een avond 148 gasten.

33 gasten bestellen een vegetarisch menu.

Hoeveel procent van de gasten bestelt een vegetarisch menu?
Rond het antwoord af op hele procenten.

Stappenplan: 

Bedenk wat het totaal en wat het deel is.
Reken 1% van het totaal uit.
Reken uit hoe vaak 1% in het deel past

Totaal = 148 = 100 %
Deel = 33

1% van het totaal = 148/100 = 1,48

33/ 1,48 = 22,3%



Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Theorie Procenten
Stappenplan een deel van een totaal uitrekenen

Schrijf het totaal in een verhoudingstabel.
Bedenk hoe je het percentage gaat omrekenen.

Reken het deel uit.




Slide 11 - Slide

This item has no instructions



Samir koopt een jas.

Normaal EUR 80,-
Nu 30% korting

Hoeveel euro korting krijgt Samir?

Stappenplan: 
Schrijf het totaal in een verhoudingstabel.
Bedenk hoe je het percentage gaat omrekenen.


Reken het deel uit.

100
10
30
80
8
24

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Floor heeft € 650 op zijn spaarrekening staan. 
Hij krijgt 1,3% rente over dit bedrag.
Hoeveel rente krijgt Floor?




100
1
1,3
650
6,50
8,45

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Marise werkt bij een bakker. 
In mei krijgt ze vakantiegeld, dat is 8% van het loon dat ze het afgelopen jaar heeft verdiend. Ze krijgt € 448 vakantiegeld.
Hoeveel loon heeft Marise afgelopen jaar verdiend?




448
56
?
8
1
100

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Procentuele afname of toename
Stappenplan het nieuwe totaal uitrekenen (bijvoorbeeld BTW %)

1. Bedenk wat het oude totaal is en of je met afname of toename te maken hebt.
2. Bedenk hoe je het percentage gaat omrekenen.
3. Reken de toename of afname uit.
4. Reken het nieuwe totaal uit.

Giovanni verdient € 620 per maand. Volgende maand krijgt hij een loonsverhoging van 3%. Hoeveel verdient Giovanni volgende maand? 


























Slide 15 - Slide

620
toename
3% van 620 = 3/100 x 620 = 0,03 x 620 = 18,60

620 + toename = 18,6 = 638,60





Jacob krijgt 30% korting op de televisie.
Hoeveel moet Jacob betalen voor de Led-televisie?

Slide 16 - Mind map

100-30/100=0,7 x 499 = 349,30
Sam koopt voor € 57 een broek met 24% korting.
Hoeveel kost de broek zonder korting?

Slide 17 - Mind map

100-24 = 76
57/76 x 100 = 75

Titiana koopt 2 shirts met 20% korting.
Zonder korting kosten de shirts € 16,95 per stuk.
Hoeveel moet Titiana in totaal betalen voor de shirts?

Slide 18 - Mind map

2 x 16,95 = 33,90
100-20 = 80/100 = 0,8x 33,90 = 27,12
Beter Rekenen


Wil je elke werkdag vier vragen beantwoorden op jouw niveau? En daarna de berekening / uitleg zien? Meld je gratis aan via beterrekenen.nl

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Schema Zelf werken!
Wat moet je doen?
Ga naar Canvas en maak de opdrachten bij het thema Wonen (zie link in module)
Hoe moet je het doen?
Lees de teksten goed, schrijf de berekening uit en denk aan de verhoudingen
Hoeveel tijd heb je ervoor? 
tot 5 minuten voor het einde van de les.
Hulp vragen aan?
Docent, buurman, google. 
Wat als je eerder klaar bent?
Instaptoets van een volgend  onderdeel. 
Zelf werken: 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Tot de volgende keer! 
Dan gaan we: 

Theorie: Rekenen met Procenten
Afronden herhaling thema Wonen. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions