2M2: H2-VK+2.1

Programma
  • Aanwezigheidscontrole
  • Voorkennis H2: Formules en vergelijkingen
  • 2.1 Oplossen met grafieken
  • Opgaven maken 
Programma
1 / 32
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Programma
  • Aanwezigheidscontrole
  • Voorkennis H2: Formules en vergelijkingen
  • 2.1 Oplossen met grafieken
  • Opgaven maken 
Programma

Slide 1 - Slide

Aanwezigheidscontrole

Slide 2 - Slide

 Leerdoelen
Deze les leer of herhaal je:
  1. een grafiek tekenen            (=voorkennis)
  2. rekenen met letters             (=voorkennis)
  3. oplossen met 1 grafiek        (=2.1)
  4. oplossen met 2 grafieken  (=2.1) 

Slide 3 - Slide

 2.1 oplossen met grafieken
1. Grafiek tekenen

Slide 4 - Slide

 Voorkennis
Grafiek tekenen doen we met een stappenplan

Slide 5 - Slide

Wat is het eerste dat je doet als je een grafiek moet tekenen?
A
Assenstelsel maken
B
Tabel maken
C
Kijken wat het begingetal is
D
Kijken wat het stijggetal is

Slide 6 - Quiz

 Voorkennis
Denk hieraan bij een grafiek tekenen:

  1. Assenstelsel: X en Y bij de assen schrijven
  2. Tekenen met een potlood + geodriehoek!
  3. Naam bij de grafiek

Slide 7 - Slide

 2.1 oplossen met grafieken
2. Rekenen met letters

Slide 8 - Slide

 Voorkennis
Rekenen met letters
Bereken 4a voor a=6

Slide 9 - Slide

 Voorkennis
Rekenen met letters
Bereken 4a voor a=6
24 want:
4a betekent 4 keer a
dan krijg je:
4 keer 6 = 24

Slide 10 - Slide

Bereken 10t voor t=2,2
A
12,2
B
20
C
22
D
102

Slide 11 - Quiz

Bereken -2t voor t=5
A
25
B
10
C
-25
D
-10

Slide 12 - Quiz

Bereken 50-2t voor t=5
A
40
B
50
C
52
D
60

Slide 13 - Quiz

 2.1 oplossen met grafieken
3. Oplossen met één grafiek

Slide 14 - Slide

 Oplossen met grafieken
Wij gaan deze opgave samen doen.

Pak je rekenmachine

Slide 15 - Slide


A
0,20
B
1,50
C
1,70

Slide 16 - Quiz


A
1,50
B
4,00
C
5,50

Slide 17 - Quiz


A
11,50
B
75,00
C
86,50

Slide 18 - Quiz

Welke punten heb je om
in de grafiek te tekenen?
A
(1,50 ; 0) (5,50 ; 20) en (11,50 ; 50)
B
(0 ; 1,50) (20 ; 5,50) en (50 ; 11,50)

Slide 19 - Quiz

Hoeveel foto's horen
bij €7,50?
A
10
B
20
C
25
D
30

Slide 20 - Quiz

 2.1 oplossen met grafieken
Opgaven in je schrift:
  • Puntje bij €7,50
  • dan lijn recht naar beneden trekken
  • → 30 foto's

Slide 21 - Slide

Vul 30 in de
formule in.
Wat komt daaruit?
A
7,50
B
8,50
C
9,50

Slide 22 - Quiz

 2.1 oplossen met grafieken
4. Oplossen met twee grafieken

Slide 23 - Slide

 2.1 oplossen met grafieken
Als je moet oplossen met twee grafieken
dan maak je:
  • 2 tabellen
  • 2 grafieken in één tekening

Slide 24 - Slide

 2.1 oplossen met grafieken

Slide 25 - Slide

Na hoeveel tijd zijn de
kaarsen even lang?
A
2 uur
B
3 uur
C
2,5 uur

Slide 26 - Quiz

Welke kaars is langer
na 2 uur branden?
A
groene kaars
B
rode kaars

Slide 27 - Quiz

Hoe lang is de groene
kaars na 3 uur branden?
A
10 cm
B
20 cm
C
30 cm
D
40 cm

Slide 28 - Quiz

Hoe lang is de rode kaars
zonder dat hij gebrand
heeft? Dus lengte winkel.
A
10 cm
B
20 cm
C
30 cm
D
40 cm

Slide 29 - Quiz

Hoe goed heb jij opgelet?
Geef jezelf een cijfer
110

Slide 30 - Poll

Opgaven maken
voorkennis:
9

2.1: 4, 7, 8, 12, 13 

Slide 31 - Slide

Afsluiting
Volgende les:
grafieken oplossen

Slide 32 - Slide