Werkplaats beroep jaar 1 - vakdidactiek - week 3.1

• Vakdidactiek
• HBO
• Studiejaar 1

Werkplaats beroep 1 

Vakdidactiek : spreek- en gespreksvaardigheid

Week 3.1

Programma

Praktische mededelingen

Vakdidactiek Spreek- en gespreksvaardigheid

Wat is er van belang bij spreek- en gespreksvaardigheid in de les Frans en Duits?

Gather.town

Ga via de link naar Gather town en wacht op instructies

https://gather.town/app/HKLMTLimnLr0UILo/werkplaatsberoepweek3.1

Als leerlingen spreken in de doeltaal, dan moet je ze als docent niet corrigeren.

010

Begin pas met spreek- en gespreksoefeningen als leerlingen het hoofdstuk hebben doorgewerkt.

0100

Te veel spreek- en gespreksoefeningen in de les is niet effectief: leerlingen gaan dan in het Nederlands over andere dingen praten.

010

CASUS

Sophie heeft de opleiding tot docent Spaans gedaan. Via een uitwisseling van de Europese Unie gaat ze naar een middelbare school in Zweden om daar Spaans te geven. Voordat ze gaat beginnen, volgt ze eerst een beginnerscursus Zweeds. Op de school waar ze lesgeeft, luncht ze elke middag gezamenlijk met al haar collega’s (die geen Spaans en Nederlands spreken) aan een lange tafel. Ze wil hen graag beter leren kennen maar er wordt alleen Zweeds gesproken.

• Beeld je in dat jij Sophie bent; hoe zou jij je voelen? Waar zou je tegenaan lopen?
• Wat zou je Sophie adviseren zodat ze toch meer Zweeds gaat praten? Bedenk minstens 3 tips (2 min.).

CASUS

Vooral als je zelf de taal goed beheerst, vergeet je soms dat het voor beginners eng is om de taal te spreken omdat ze weten dat hun vocabulaire, grammatica, uitspraak, etc. tekort schieten.

Tips die we Sophie zouden kunnen geven: 

• “Spreken leert men door te doen”
  
• Taalhandelingen automatiseren (bijv. ‘mag ik van jou de… ?’)
  
• Strategieën gebruiken (bijv. vragen of men langzamer kan praten, vragen om herhaling, etc.)
  
• Veilige omgeving (bijv. wel bij een paar collega’s, niet waar iedereen bij is)
  
• Veel luisteren en lezen om haar eigen woordenschat te vergroten
  

Even terugkomen op de stellingen: 

Begin pas met spreek- en gespreksoefeningen als leerlingen het hoofdstuk hebben doorgewerkt.

Zo snel mogelijk beginnen met spreekvaardigheid, anders blijft het eng

Een goede docent Frans of Duits is iemand die de taal goed spreekt en de taal goed kan uitleggen.

Grieks en Latijn, onderwezen als een dode taal.

‘Ik kan er niks van’ – nee, tuurlijk niet, nooit geleerd!

Lln kiezen een vak vooral omdat ze het leuk vinden

Activiteiten in de klas

Doelen

1. Ervaren hoe je oefeningen spreek- en gespreksvaardigheid organiseert, wat de oefeningen doen met het kind, met de klas, met jou als docent.
2. Barrière wegnemen

Ga naar Gather Town en luister naar de instructies

Instructies activiteiten: 

• Kies in je groepje één persoon die de rol van docent vervult.
  
• Kies een activiteit.
  
• Voer de activiteit uit onder leiding van je docent. Spreek daarbij in de taal die je studeert.
  
• Noteer na afloop kort (!) je bevindingen (1 persoon per groep).
  
• Ga met je groepje naar de volgende activiteit
  
• Herhaal het proces
  
• 8 minuten per werkvorm. Blijf uitvoeren tot mijn sein.
  

Docenten verantwoordelijk voor:

• goede organisatie en verloop activiteit
  
• gebruik doeltaal leerlingen 

Indeling:

1) Wie ben ik : Darius, Sam, Daniël,

           

2) In mijn kamer: Frans, Verena, Chérise
           
3) Woord omschrijven: Elin, Margriet, Madelène, Rienk

4) Dobbelsteen: met de klok meedraaien

Evaluatie activiteiten

     Woord omschrijven

In mijn kamer

Wie ben ik?

Dobbelsteen

• Wat is de meerwaarde van het gebruik van deze activiteit?
  
• Waarmee moet je als docent rekening houden bij het gebruik van deze activiteit?
  
• Waar liep je tegenaan bij het uitvoeren van deze activiteit(als leerling en als docent?

Wat neem je uit deze les mee voor je eigen vakdidactiek?