11/11 Fictie D + Presentatie 2h

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

vrijdag 11/11  2h

• Stillezen (10 min.)
  
• zelfstandig werken aan verschillende onderdelen

Stillezen

zelfstandig werken

• voorbereiden presentatie (lezen informatie op de ELO)
• leren voor toets spelling, formuleren en woordenschat
  
• spelling en formuleren De Brug op digitale methode oefenen 

Presentatie: noteer in Plenda

• onderling ruilen mag, wel in goed overleg
• als je ziek bent, ben je de eerstvolgende keer aan de beurt
• neem ook je boeken mee tijdens deze lessen 

Aantekeningen maken

koppelteken

1. bij botsende klinkers bv. auto-ongeluk

2. cijfers, tekens, hoofdletters, symbolen bv. 40+-kaas, CDA-lid

3. aardrijkskundige namen bv. Zuid-Holland

4. woorden met voorvoegsel:oud-, ex-, niet- bv. niet-roker

5. woorden met een bepaald voorvoegsel in een hoofdletter, bv. pro-Amerikaans, anti-Duits

6. samenstellingen met twee gelijke waarden, bv. zwart-witfoto, singer-songwriter

7. woorden die we altijd samen gebruiken, bv. peper-en-zoutstel, glas-in-lood

Geen koppelteken

Als je de afkorting uitspreekt als één woord, dan gebruik je geen koppelteken

Bijvoorbeeld: pincode, havoleerling

*LET OP: uitspraakprobleem? Gebruik wél een koppelteken!

Bijvoorbeeld: mavo-examen

nakijken werkboek Spelling H3

• nakijken blz. 99 opdracht 1-3

Zo houd je een informerende presentatie: 

(zie ook blz. 118)

• Sta rechtop, spreek rustig en duidelijk en maak oogcontact met je publiek.
  
• Gebruik signaalwoorden en structurerende zinnen om je verhaal te verduidelijken. In de inleiding: Ik begin met een uitleg over ... Daarna … In het middenstuk: Zojuist heb ik … toegelicht en nu ga ik verder met …
• Houd in de gaten of het publiek je kan volgen. Geef eventueel extra uitleg.
  
• Gebruik je spiekbriefje ter ondersteuning. Lees dus niets letterlijk voor.
  
• Geef het publiek na de presentatie de gelegenheid om vragen te stellen of te reageren op wat je hebt verteld.

Opbouw van een presentatie

Een goede presentatie heeft een duidelijke opbouw:

inleiding: je opening, wat ga je vertellen / doen / laten zien in welke volgorde

middenstuk (kern): de informatie die je wilt geven over jouw onderwerp

slot: je afsluiting, bijvoorbeeld een conclusie, het publiek bedanken, checken of er nog vragen zijn

Creatieve opening

Citaat

Quiz

Raadsel

Humor

Anekdote

Een vraag aan je publiek

Iets laten zien/ervaren

Enzovoorts...

Spreken voor publiek

Waar moet je op letten?

- stemgebruik

- taalgebruik

- houding

- interactie

Houding

- Sta met twee benen op de grond. 
- Je knieën een beetje gebogen en niet op slot. 
- Je armen langs je lichaam. 
- Rug recht, schouders naar achteren. 
- Ogen gericht op het publiek. 

intonatie en mimiek

intonatie =  het omhoog en omlaag gaan van je stem tijdens praten, op welke woorden je de nadruk legt

mimiek = de uitdrukking van je gezicht, wat jouw gezicht "vertelt" (zonder woorden)

Tips tijdens de presentatie

- Spreek rustig en duidelijk. 

- Kijk je publiek aan en kijk niet te vaak op je spiekbriefje. 

- Zorg voor een logische indeling 

 - Gebruik duidelijke  en korte zinnen 

Als je een fout maakt......

Nou en! Dat doet iedereen! 

Verbeter jezelf als dat kan en ga gewoon door. 

Wat is een goed " spiekbriefje"?

Je kunt jouw powerpointpresentatie gebruiken als "spiekbriefje", door af en toe op je scherm te kijken.

Je kunt ook een spiekbriefje (van papier) gebruiken: gebruik geen hele zinnen, maar schrijf alleen de belangrijkste woorden op als geheugensteuntje. Zo voorkom je dat je gaat " voorlezen".

opdracht presentatie voorwerp

• Je hebt een voorwerp dat bijzondere dingen kan en je probeert het aan je buurman/buurvrouw te verkopen.
• Bereid een korte overtuigende presentatie voor.
• Bedenk: wat verkoop je (bv. pen, boek, gum enz)
• wat is er bijzonder aan
• Houd de presentatie enthousiast voor je buurman/buurvrouw.
• Let op: houding, mimiek, intonatie 

Noteer minimaal 3 dingen die belangrijk zijn bij een presentatie

Stillezen

Je pakt je leesboek en gaat stillezen. Geen leesboek? Pak er zachtjes een uit het kratje.

Historisch boek

Historische boeken 

Boeken over geschiedenis.

Je herkent ze in de bieb

aan dit pictogram

Tijd

 

Tijd De tijd waarin het verhaal zich afspeelt. Historische boeken kunnen zich bijvoorbeeld afspelen in de tijd van de Grieken en Romeinen, ridders en monniken, ontdekkers en hervormers, pruiken en revoluties of burgers en stoommachines.

lezen en maken

• bespreken historische dingen tekst
  
• lezen tekst 3 blz. 228
• maken blz. 227 opdracht 4
  
• verder met opdracht 7 Fictie D (tijdreis)

creatieve schrijfopdr. Fictie D

• Zoek de online opdracht bij Fictie D opdracht 7 
• Schrijf een verhaal van minimaal een half A4 en maximaal 1,5 A4.
• Let op leestekens/hoofdletters enz.
• Controleer ook je werkwoordspelling
• Inleveren op de ELO op vrijdag 21 oktober.

Toetsen noteren in Plenda

• Dinsdag 18 oktober: diagnostische toets Lezen H 1 + 2 (weging 0)
• Donderdag 10 november: Toets werkwoordspelling (H1-6), Spelling (H1-3), Formuleren (H1 en 3) en Woordenschat (H1-2) (weging 1)
• Als je een toets hebt, laat je je lesboek thuis, maar neem je wel je leesboek mee.