What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
extra les politiek m3 januari
PTA toets H3
Waarschijnlijk volgende week, welke dag
is nog niet bekend
1 / 50
next
Slide 1:
Slide
maatschappijleer
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
This lesson contains
50 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
PTA toets H3
Waarschijnlijk volgende week, welke dag
is nog niet bekend
Slide 1 - Slide
politiek
Slide 2 - Slide
het land besturen
besluiten nemen in het algemeen belang
politici worden geholpen door ambtenaren
Politici+ambtenaren=overheid
Belasting betalen/bezuinigen
Slide 3 - Slide
democratie
directie en indirecte democratie
referendum: directie democratie
indirecte democratie: parlement: volksvertegenwoordigers
Slide 4 - Slide
politieke partijen
passief en actief kiesrecht
lijsttrekker
links midden en rechts, boek blz 42 en 43
politieke stromingen
compromis
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
regering regeert
dagelijks bestuur: kabinet
ministers en staatssecretarissen
regering: ministers + koning
regeringspartijen: regeerakkoord
compromis
Prinsjesdag: troonrede miljoenennota
Slide 8 - Slide
Het
Taken Eerste Kamer
mede wetgever
controleren regering
Parlement
Tweede Kamer
medewetgever
controleren regering
Slide 9 - Slide
Tweede Kamer
De Tweede Kamer bestaat uit 150 mensen.
De taken van deze mensen zijn:
- Stemmen over wetten
- Controleren of ministers hun werk doen
Slide 10 - Slide
wetgevende taak parlement
stemrecht
recht van initiatief ( alleen Tweede Kamer)
recht van amendement ( alleen Tweede Kame
r)
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
kenmerken parlementaire democratie
grondwet
trias politica
parlement heeft de meeste macht
wij zijn een rechtsstaat
Slide 18 - Slide
grondwet
grondwet: rechten en plichten overheid
en burger
mensen rechten: grondrechten
Slide 19 - Slide
Trias Politica
(Driemachtenleer)
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
WAT KOMT HIER AAN DE ORDE
1. Machtsmiddelen: AANTAL +.TOEGANG TOT POLITICI
2.TRIAS POLITICA: UITVOERENDE MACHT =BELASTINGDIENST
3. CONTROLE DOOR PARLEMENT
4. PARLEMENTAIRE ENQUÊTE
5.RECHTSBESCHERMING ( GRONDWET)
Slide 22 - Slide
invloed op de politiek
pressiegroepen
lobbyen
Slide 23 - Slide
17 maart verkiezingen
89 politieke partijen
winnaars: gaan kijken met wie er samengewerkt kan worden
compromissen sluiten
regeerakkoord
Slide 24 - Slide
bestuur gemeente
Burgemeester en wethouders
= dagelijks
bestuur
controleert door
gemeenteraad
( gekozen door de burgers)
Slide 25 - Slide
Provinciebestuur
CvdK: commissaris van de Koning
- dagelijks bestuur
GS: Gedeputeerde Staten
- dagelijks bestuur
PS: Provinciale Staten -
stemmen over besluiten, controleren GS, kiezen leden GS -
kiezen 1e Kamer
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
vergelijking
bestuur: minister=gedeputeerd Statenlid=wethouder
volksvertegenwoordiging: Kamerlid=provinciaal Statenlid=raadslid
Slide 28 - Slide
volgens de trias politica
heeft alleen de regering de wetgevende macht
A
juist
B
onjuist
Slide 29 - Quiz
Deze stroming wil een actieve overheid en ongelijkheid tegengaan.
A
Sociaal-democratie
B
Liberalisme
C
Christen-democratie
Slide 30 - Quiz
Wie heeft de uitvoerende macht in de Trias Politica?
A
Parlement
B
Regering
C
De rechters
D
De Koning
Slide 31 - Quiz
Nederland is nu een monarchie maar de macht van de koning is beperkt
A
Juist
B
Onjuist
Slide 32 - Quiz
Welke macht bestaat niet?
A
Rechterlijke macht
B
Uitvoerende macht
C
Wetgevende macht
D
Ministeriele macht
Slide 33 - Quiz
Als ministers verantwoordelijk zijn voor hun eigen daden en die van de Koning spreken we van ...
A
passief actieve rechten
B
ministeriele activicatie
C
een onzinnige regeling
D
ministeriele verantwoordelijkheid
Slide 34 - Quiz
Waarmee eindigt een geslaagde kabinetsformatie?
A
Het aanstellen van een informateur
B
Het aanstellen van een formateur
C
Een regeerakkoord
D
Het beëdigen van ministers en staatssecretarissen
Slide 35 - Quiz
Welke soort democratie?
A
Directe democratie
B
indirecte democratie
Slide 36 - Quiz
2. Er is sprake van actief kiesrecht als:
A
mensen zich verkiesbaar stellen.
B
kiezers de leden van de volksvertegenwoordiging kiezen.
C
burgers een politieke partij oprichten.
D
het kiesstelsel is gebaseerd op evenredige vertegenwoordiging.
Slide 37 - Quiz
De minister-president...
A
...is de leider van het kabinet
B
...is de voorzitter als de ministers met elkaar vergaderen
C
...is het staatshoofd van Nederland
D
...beëdigt de ministers en staatssecretarissen
Slide 38 - Quiz
Christen-democratie komt vooral op voor...
A
... gezinnen met kinderen
B
... mensen met weinig geld
C
... werkende burgers
D
... een actieve overheid
Slide 39 - Quiz
Wat is een coalitie?
A
Politieke partijen die samen een regering vormen
B
Politieke partijen die met wetsvoorstellen komen
C
De regering die bestaat uit koning en ministers
D
De Eerste en de Tweede Kamer samen
Slide 40 - Quiz
welk recht hoort niet tot de controlerende taak van het Parlement
A
recht van interpellatie
B
vragenrecht
C
recht van initiatief
D
recht van budget
Slide 41 - Quiz
recht van amendement,
Wie heeft dit recht en wat betekent het?
A
alleen de Tweede Kamer wijziging wetsvoorstel
B
alleen de Eerste Kamer wetswijziging
C
alleen de Tweede Kamer,debatteren over een weet
D
alleen de Eerste Kamer, wetsvoorstel
Slide 42 - Quiz
Wie is de grootste partij in de tweede kamer?
A
PvdA
B
VVD
C
PVV
D
SP
Slide 43 - Quiz
recht van initiatief heeft alleen
A
De Tweede Kamer betekent het indienen van een wetsvoorstel
B
De Eerste Kamer en betekent het indienen van een wetsvoorstel
C
De Tweede Kamer en betekent voorstel tot debat
D
De Eerste Kamer en betekent de de minister uitleg moet komen geven
Slide 44 - Quiz
EEN MINISTER KAN NIET TEGELIJKERTIJD LID VAN DE TWEEDE KAMER ZIJN, DAT HEEFT TE MAKEN MET
A
dat is VEEL TE VEEL WERK
B
hij heeft dan geen ambtenaren die hem helpen
C
TRIAS POLITICA
Slide 45 - Quiz
Wat zijn de twee belangrijkste taken van de Tweede Kamer?
A
mede wetgever Regering controleren
B
Wetgeving maken Dagelijks bestuur van het land
C
Regering controleren Dagelijks bestuur van het land
D
Wetten uitvoeren Recht spreken
Slide 46 - Quiz
Het kabinet bestaat uit:
A
De koning, alle ministers en staatssecretarissen
B
De koning en alle ministers
C
Alle ministers en staatssecretarissen
D
De minister-president en alle ministers
Slide 47 - Quiz
In het regeerakkoord staat...
A
...wat de koning wil bereiken
B
...wat de taak van ministers is
C
...wat de regering wil bereiken
D
...wat de uitgaven en inkomsten van de regering zijn
Slide 48 - Quiz
Bij wie legt het nieuw gevormde kabinet een eed af?
A
Bij de minister-president
B
Bij de koning
C
Bij de leden van de Tweede Kamer
D
Bij de staatssecretarissen
Slide 49 - Quiz
Hoe noem je een lid van het gemeentebestuur?
A
minister
B
premier
C
wethouder
D
secretaris
Slide 50 - Quiz
More lessons like this
Parlementaire democratie: machten
August 2021
- Lesson with
20 slides
by
Seneca Burgerschap
Maatschappijleer
Middelbare school
havo
Leerjaar 4,5
Seneca Burgerschap
Parlementaire democratie: machten
July 2021
- Lesson with
20 slides
by
Seneca Burgerschap
Maatschappijleer
Middelbare school
havo
Leerjaar 4,5
Seneca Burgerschap
Hoofdstuk 4 - Wie doet wat in de politiek
September 2021
- Lesson with
31 slides
by
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
Hoofdstuk 4 - Wie doet wat in de politiek
September 2021
- Lesson with
31 slides
by
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
7.2 Macht in Nederland
August 2020
- Lesson with
46 slides
by
Seneca Burgerschap
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
7.2 Macht in Nederland
August 2020
- Lesson with
46 slides
by
Seneca Burgerschap
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
1.1 De Nederlandse staatsinrichting nu
March 2019
- Lesson with
35 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 4
Thema Politiek Herhaling
January 2024
- Lesson with
37 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3