1.3 dierenrijk

1.3 Dierenrijk
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1.3 Dierenrijk

Slide 1 - Slide

Programma
  • Welkom
  • Terugblik
  • Lesdoel
  • Uitleg
  • Aan het werk 

Slide 2 - Slide

Terugblik:
1.1 Organismen

- Je kunt de groepen waarin organismen zijn ingedeeld noemen. Ongewerveld: Gewerveld:
1.2 Plantenrijk

- Je kunt de functies van de onderdelen van een plantencel noemen.

Slide 3 - Slide

Lesdoel
  • Jullie kunnen aan het einde van de les dierlijke onderdelen (organen) herkennen en verschillende dierlijke weefsels benoemen.

  • Jullie kunnen aan het einde van de les de verschillende delen (3) van een dierlijk cel benoemen en de functie daarvan uitleggen.

Slide 4 - Slide

Mensen & Dieren

  • Dieren lijken heel veel op mensen.

  • Wetenschappers hebben dan ook de mens ingedeeld bij de de groep zoogdieren.

  • Bij de meeste zoogdieren komen dan ook dezelfde organen(stelsel) voor als bij de mens.

Slide 5 - Slide

  • Net als planten bestaan dieren ook uit verschillende organen.

  • Elk orgaan heeft zijn eigen taak of functie.

  • Organen die samenwerken noem je dan ook organenstelsels. 

  • Hiernaast zie je het verteringsstelsel van een kip. Kun jij nog een orgaanstelsel noemen?

Slide 6 - Slide

Van groot naar klein
Organisme
Orgaanstelsel
Orgaan
weefsel
Cel

Slide 7 - Slide

  • Elke orgaan in een orgaanstelsel bestaat uit een groot aantal cellen die verschillen in vorm.

  • De cellen die op elkaar lijken vormen een weefsel.

  • Een weefsel is een groep cellen met dezelfde vorm en taak.

  • In bron 3 zie je een paar voorbeelden.

Slide 8 - Slide

De opbouw van een organisme van groot naar klein.

Slide 9 - Slide

  • Dieren hebben cellen die sterk van elkaar kunnen verschillen.

  • 1 Zenuwcellen: Zijn heel lang en sturen berichten door het lichaam.

  • 2 Spiercellen:  Zijn lang en dun en kunnen samentrekken.

  • 3 Beencellen: Zijn klein met hele lange uitsteeksels.



1            2           3
Hoe zien dierlijke cellen eruit?

Slide 10 - Slide

Opbouw dierlijke cel:
  • Dierlijke cellen verschillen van uiterlijk, maar hebben wel altijd dezelfde onderdelen.

  • Dierlijke cellen hebben geen stevige celwand en bladgroenkorrels zoals plantencellen.

  • Celkern: Informatie/regelcentrum.

  • Celmembraan: Toegangspoort voor stoffen die in en uit de cel gaan.

  • Cytoplasma: Plasmavloeistof waar nog meer cel onderdelen in zweven.

Slide 11 - Slide


Vergelijking: plantaardige en dierlijke cellen

Slide 12 - Slide

Aan het werk
                                      Maak de opdrachten van 1.3

Slide 13 - Slide