Leerjaar 2 - Blok 1 - Fictie

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

WELKOM
3 Kader
Welkom

bij Nederlands
Start les
Leg je spullen op tafel. 
(Nederlands lesboek, etui en je schrift).
Starten met lezen: Spijker Zwijgen.
Iedereen is stil.
Er worden geen spullen meer gehaald uit de kluis.

Slide 2 - Slide

Welke verzonnen verhalen ken je?

Slide 3 - Mind map

BLOK 1
FICTIE

Slide 4 - Slide

Wat gaan we leren?
Ik kan het verschil uitleggen tussen fictie en non-fictie.
Ik kan voorbeelden geven van fictie en non-fictie.
Ik kan een fictiewerk kiezen dat past bij mijn interesse.
Ik kan uitleggen of een verhaal meer of minder realistisch is.
Herhalen

Slide 5 - Slide

Gezamenlijk lezen en maken opdracht 1
Zelfstandig lezen en maken opdracht 1

Klaar? 
Opdracht 2 tot en met 7 maken

Klaar?
Nakijken, fouten verbeteren en vragen stellen

Slide 6 - Slide

Fictie

Verzonnen verhalen
Non-fictie

Werkelijkheid

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Welke fictieve verhalen (boeken) ken je?

Slide 9 - Mind map

Welke non-fictieve verhalen (boeken) ken je?

Slide 10 - Mind map

Hoe weet je of een boek bij je past?
  1. Titel lezen
  2. Omslag bekijken
  3. Flaptekst lezen
  4. Eerste bladzijden lezen
  5. Tips van anderen

Slide 11 - Slide

Wat is fictie?

Slide 12 - Open question

Wat is non-fictie?

Slide 13 - Open question

Waar kan je aan zien of een verhaal bij je past?

Slide 14 - Open question

Dit maakt een verhaal realistisch

Mensen lijken echt in wat ze doen of zeggen.

De omgeving lijkt echt.

Gebeurtenissen zijn in de werkelijkheid ook mogelijk.

Er komen mensen en plaatsen voor die echt bestaan.
Dit maakt een verhaal niet-realistisch

Mensen doen en zeggen dingen die niet echt kunnen.

De wereld is verzonnen.

Gebeurtenissen zijn onwaarschijnlijk.

Er komen verzonnen wezens of fantasiefiguren in voor.

Slide 15 - Slide

Maak
Opdracht 2 tot en met 4

Klaar?
Nakijken, fouten verbeteren en vragen stellen

Klaar?
Lezen, achterin de klas ligt een verhuisdoos met boeken.

Slide 16 - Slide

Wat hebben we geleerd?
Ik kan het verschil uitleggen tussen fictie en non-fictie.
Ik kan voorbeelden geven van fictie en non-fictie.
Ik kan een fictiewerk kiezen dat past bij mijn interesse.
Ik kan uitleggen of een verhaal meer of minder realistisch is.

Slide 17 - Slide

Mindmap
Zo maak je een mindmap in 7 stappen

Slide 18 - Slide

Opdracht : Maak een mindmap over al het geleerde van het vak Nederlands.

In je mindmap zet je in het midden de titel  Nederlands. In jouw mindmap schrijf en teken je wat je tot nu toe geleerd hebt.

Tip 1: gebruik verschillende kleuren voor elk nieuw punt.

Tip 2: gebruik de te dik gedrukte woorden 
van je theorie in je boek (gele blokken)

Slide 19 - Slide

Niet realisme
Realisme           Nederlands                Fictie

Non fictie
-Voorbeelden erbij schrijven
-Keuze boeken. Beschrijf de stappen..

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide