4.2: Integratie en de politiek

4.2
Integratie en de politiek
1 / 34
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.2
Integratie en de politiek

Slide 1 - Slide

4.2 Integratie en de politiek
Voordat we verder gaan met 4.2 gaan we even kijken wat we ook al weer hadden geleerd in 4.1

-Assimilatie
- Integratie
-Segregatie

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 4.2
-Je weet wat de 4 belangrijkste politieke stromingen in Nederland zijn en welke partijen daarbij horen.

-Je kunt vertellen hoe de verschillende politieke stromingen denken over hoe samenleven in een pluriforme samenleving er uit moet zien.

Slide 3 - Slide

Meningen in de politiek
In Nederland zijn er verschillende meningen over integratie.
Ze zijn grofweg hierin onder te verdelen:
- Sociaaldemocraten
- Christendemocraten
- Liberalen
- Populisten

Slide 4 - Slide

sociaaldemocraten 
Uitgangspunt: samenleving zonder armoede, waarbij iedereen gelijke kansen heeft.
Wie is actief? De overheid
Wat betekent dit? Nieuwkomers helpen met de taal en het vinden van werk.
Partijen: PvdA, SP, GroenLinks 

Slide 5 - Slide

Liberalen 
Uitgangspunten: Burgers vrij laten. Ze zijn zelf verantwoordelijk.
Wie is actief? Burgers zelf, overheid bemoeit zich er niet mee.
Wat betekent dit? Nieuwkomers moeten zelf zorgen dat ze de taal leren en aan werk komen. Tegelijkertijd moet je afkomst geen invloed hebben op je positie in de samenleving.
Partijen: VVD en D'66

Slide 6 - Slide

Christendemocraten
Uitgangspunt: normen en waarden van de bijbel
Wie is actief? Burgers, als het niet lukt helpt de overheid
Wat betekent dit? Leven volgens de Nederlandse, christelijke waarden en normen. Geen andere feestdagen.
Partijen: CDA, Christen Unie, SGP

Slide 7 - Slide

Populisten
Uitgangspunt: Gaan uit van wat het volk wil. Willen eigenlijk geen pluriforme samenleving.
Wie is actief? De burgers
Wat betekent dit? Vinden de Islam een bedreiging voor de Nederlandse cultuur. Geen nieuwe moskeeën en islamitische scholen.
Nieuwkomers moeten zich aan Nederland aanpassen, niet andersom.
Partijen: PVV, BBB en  Forum voor Democratie

Slide 8 - Slide

Tweedeling in Europa
Protectionisten: 
Angst voor verlies eigen dominante cultuur. 
Willen immigratie stoppen, geen vluchtelingen opnemen. 
Beschermen eigen land. Willen eigenlijk niet in EU.

Internationalisten: 
Immigratie hoort bij deze wereld en is niet te stoppen. 
Het is belangrijk om als Europese landen samen te werken 
om een rol in de wereld te kunnen spelen.
Merkel: 2:10

Slide 9 - Slide

Quiz

Slide 10 - Slide

PVV
GroenLinks
Protectionisten
Internationalisten

Slide 11 - Drag question

assimilatie is
A
een cultuur gedeeltelijk overnemen
B
een nieuwe cultuur geheel overnemen
C
assimilatie bestaat niet
D
je afscheiden

Slide 12 - Quiz

Bij integratie hoort dat Nederlanders:
A
andere subculturen afwijzen.
B
hun eigen cultuur opgeven.
C
hun wetten aan nieuwkomers aanpassen.
D
andere culturen accepteren.

Slide 13 - Quiz

Integratie betekent dat nieuwkomers:
A
zich helemaal aanpassen aan de Nederlandse cultuur.
B
zich gedeeltelijk aanpassen aan de Nederlandse cultuur.
C
zich helemaal niet aanpassen aan de Nederlandse cultuur.
D
geen Nederlands hoeven te leren.

Slide 14 - Quiz

Christelijke feestdagen zijn belangrijk
Alle Islamitische scholen moeten dicht.
Het is niet erg dat we verschillen.
Nieuwkomers moeten eigen inburgering betalen.
ChristenUnie
VVD
PVV
GroenLinks

Slide 15 - Drag question

Als je naar Nederland verhuist mag je geen eigen gewoontes hebben, je moet je volledig aanpassen
A
integratie
B
segregatie
C
assimilatie

Slide 16 - Quiz

Een Turkse jongen zit op een Turkse school, woont in een Turkse wijken heeft alleen maar Turkse vrienden
A
Integratie
B
Segregatie
C
Assimilatie

Slide 17 - Quiz

Mevrouw van Hassel die kletst met mevrouw El Allouchi onder het genot van een kopje muntthee.
Een Chinese vader die jaren geleden christelijk werd, omdat hij vond dat hij het "Nederlandse geloof" moest hebben. 
Zwarte scholen en witte scholen.
Segregatie
Assimilatie
Integratie

Slide 18 - Drag question

Welke vorm van samenleven past het beste bij de populisten?
A
assimilatie
B
Integratie
C
segregatie

Slide 19 - Quiz

Integratie
Segregatie
Assimilatie

Slide 20 - Drag question

Maken:
H4 opdracht:

9/11/16

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

H4 afrondende les

Slide 23 - Slide

Huiswerk voor vandaag was:
Maken opdracht 10 en 11 van h4 (blz 44)


Voor wie het niet af heeft of zijn boek vergeten was: 
afmaken H3 (11/12/13/14/20/22; blz 31/32/36/37
en 
H4 (1/2/3/4 blz 41)
(Huiswerkcontrole!)

We gaan nakijken.
Als je klaar  bent vul je de samenvatting in.

Slide 24 - Slide

Herhaling H3 en H4
Quiz

Slide 25 - Slide

Emigratie betekent
A
Verhuizen naar een ander land
B
Verhuizen naar Nederland
C
Verhuizen
D
Verhuizen op lange afstand

Slide 26 - Quiz

Iedereen die in Nederland asiel aanvraagt mag blijven:
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Als je geen verblijfsvergunning krijgt, dan ben je:
A
Asielzoeker
B
Immigrant
C
Arbeidsmigrant
D
Illegaal

Slide 28 - Quiz

Welke groep kwam niet als arbeidsmigrant naar Nederland
A
Mensen uit Indonesië
B
Mensen uit Polen
C
Mensen uit Turkije
D
Mensen uit Italië

Slide 29 - Quiz

Welk woord is weggestreept?
A
Gezinsvorming
B
Vluchten
C
Werken
D
Gezinshereniging

Slide 30 - Quiz

Jan trouwt met zijn Duitse vakantieliefde Birgit. Zij komt bij hem in Sittard wonen.
A
gezinshereniging
B
gezinsvorming

Slide 31 - Quiz

Molukkers kwamen naar Nederland vanaf:
A
1949
B
1975
C
1960
D
1954

Slide 32 - Quiz

Waarom werden in de jaren 60 de arbeidsmigranten uit Turkije en Marokko gastarbeiders genoemd?
A
Omdat ze hier tijdelijk zouden komen wonen en werken.
B
Omdat ze hier niet wilden blijven.
C
Omdat ze hier geen slaapplaats hadden.

Slide 33 - Quiz

Wat zijn expats?
A
Mensen die Nederland verlaten
B
Mensen met een hoge opleiding die in NL werken.
C
Politieke vluchtelingen
D
Mensen uit de vroegere kolonies van NL.

Slide 34 - Quiz