Je zit op de plek die je is toegewezen
Als iemand aan het woord is, praat je er niet doorheen
Je telefoon zit in de (telefoon)tas
Je brengt je IPad, lesboek, schrift, pen en oortjes mee naar de les
Je zorgt dat anderen kunnen doorgaan met leren,
ook als jij niet in de stemming bent
We doen allemaal ons best om er plezierige lessen van te maken