This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Jasmijn heeft bijzondere, exclusieve thee ingekocht. Ze betaalde er €2800,- voor. Ze leent het bedrag bij haar bank voor 5% op jaarbasis en ze heeft dat geld drie maanden nodig. Wat zijn de rentekosten?
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Een pand kost €320 000,-. De restwaarde na 30 jaar schat je op €200 000. Wat zijn de afschrijvingskosten per jaar?
Slide 18 - Open question
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Het tassenhuis heeft in één maand de volgende voorraadkosten: Rentekosten: €773 Ruimtekosten: €4.500 Risicokosten: €715 De voorraadwaarde van deze maand is €30.000,- Wat is het voorraadkostenpercentage?