This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Verhoudingstabellen
Doelen:
- je leert werken met verhoudingen
- je leert rekenen in een verhoudingstabel
Slide 1 - Slide
Een kwartier is 15 minuten, hoeveel kwartier is dan 45 minuten?
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 2 - Quiz
Een kwartier is dus 15 minuten, hoeveel kwartier is 2 uur?
A
4
B
30
C
8
D
120
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Slide
Een auto verbruikt 10 liter benzine voor 200 kilometer. De verhouding is dan:
A
200 staat tot 10
B
10 staat tot 20
C
10 staat tot 200
D
20 staat tot 10
Slide 5 - Quiz
De verhouding 10 staat tot 200 kun je opschrijven als
A
10:200
B
10:20
C
1:200
D
10:2
Slide 6 - Quiz
De verhouding 10 : 200 kun je ook schrijven als
A
1:2
B
10:20
C
10:2
D
1:20
Slide 7 - Quiz
Op 1 liter benzine rijdt een scooter gemiddeld 25 km. De scooter rijdt gemiddeld 1 op 25. Hoeveel rijdt de scooter gemiddeld op 7 liter benzine?
Slide 8 - Open question
Op 1 liter benzine rijdt een scooter gemiddeld 25 km. De scooter rijdt gemiddeld 1 op 25. Hoeveel rijdt de scooter gemiddeld op 45 liter benzine?
A
1125
B
70
C
625
D
20
Slide 9 - Quiz
Joris heeft groene verf nodig. Hiervoor mengt hij blauwe en gele verf in de verhouding 1 : 2. a) Hoeveel liter gele verf is nodig bij 3 liter blauwe verf? b) Hoeveel liter gele verf is nodig bij 5 liter blauwe verf?
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Voor 12 kaasstengels heb je 150 gram kaas nodig, hoeveel kaas heb je nodig voor 54 kaasstengels